Om jongeren meer zicht te geven op wat ze echt kennen en kunnen voor een hogere studie, komen er verplichte maar niet-bindende ijkingsproeven. Aan de UGent is al heel wat expertise opgebouwd.
Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) heeft met de leiding van het secundair en hoger onderwijs een principiële afspraak over een ijkingsproef voor jongeren die een opleiding aan een hogeschool of universiteit aanvatten. Die proef zou verplicht worden, maar niet bindend zijn. Een jongere die niet slaagt, kan zijn studiekeuze handhaven. Maar door de ijkingsproef, die per richting moet aansluiten op het studieprogramma, weet een kandidaat-student of het goed zit met zijn motivatie en aan welke competenties hij nog moet sleutelen om met succes de hogere opleiding te beginnen.
De ijkingsproef komt er omdat minder dan de helft van de studenten het eerste jaar in het hoger onderwijs volledig en met gunstige cijfers afrondt. Voor jongeren die volgend academiejaar de opleiding burgerlijk ingenieur starten, wordt daarom trouwens een eerste keer aan alle Vlaamse universiteiten (behalve in Hasselt) een ‘ijkingstoets’ georganiseerd.
De ijkingsproef is geen toelatingsproef, zoals die voor de opleiding geneeskunde bestaat, omdat Smet en alle betrokkenen in het onderwijs vasthouden aan een democratische toegang tot het hoger onderwijs. Een proef die jongeren oriënteert naar een opleiding die bij hun interesse en vaardigheden past, is het evenmin. Een advies dat de Vlaamse Onderwijsraad in april uitbracht, kijkt voor een betere studiekeuzebegeleiding in eerste instantie naar de secundaire scholen, de centra voor leerlingenbegeleiding en de pedagogische begeleidingsdiensten.
‘De universiteiten dringen al jaren aan op een doelmatiger studiekeuze. Over oriënterende proeven wordt al lang gepalaverd. Daarom is het idee van ijkingsproeven goed’, zegt Wouter Duyck, professor cognitieve psychologie aan de UGent. ‘Alleen rest er weinig tijd om in deze regeerperiode nog veel concrete stappen te zetten.’
Duyck en een aantal collega’s hebben sinds twee jaar in Gent al expertise opgebouwd. In het academiejaar 2011-2012 werden alle beginnende studenten in vier richtingen van de humane wetenschappen getest op hun rekenkundige vaardigheden en redeneervermogen. Voor niet eens zo moeilijke vragen haalde een kwart minder dan de helft van de punten. De gemiddelde score bedroeg 15 op 20.
Duyck: ‘Veel jongeren hebben geen goed zicht op een academische opleiding. Sommige richtingen in het secundair onderwijs bereiden daar ook helemaal niet op voor. Voor vijf à tien procent zal het daarom nooit lukken in het hoger onderwijs.’ De resultaten van de eerste test bleken zeer goed de slaagkansen van de studenten te voorspellen. Dit academiejaar werd de test voorgelegd aan bijna 7000 studenten en uitgebreid naar verbale vaardigheden, motivatie en persoonlijkheid. Eind september vindt de test een derde keer plaats. Dan krijgen de studenten voor het eerst ook feedback.
(Verschenen in De Standaard, 03/07/2013)