Een lange schoolvakantie is asociaal

Donderdag werd een voorstel gelanceerd om de lange zomervakantie te verkorten. Het lijkt een klein ideetje, maar het is wel degelijk een belangrijk en goed voorstel. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat schoolvakantie leidt tot cognitieve achteruitgang, en vooral voor sociaal kwetsbare kinderen. Deze relatief eenvoudige hervorming moet dan ook ernstig overwogen worden, en niet enkel in het licht van het kusttoerisme.

Het onderwijsveld reageerde verdeeld op het voorstel. Het gemeenschapsonderwijs juichte het plan toe, en ook de gemeentelijke onderwijskoepel OVSG erkende iets voorzichtiger de pedagogische waarde ervan. De katholieke onderwijskoepel VSKO reageerde eerder negatief. Woordvoerder Willy Bombeeck liet in #DSAvond optekenen dat er geen wetenschappelijk onderzoek gekend is omtrent de materie, en suggereerde of het niet beter was kinderen wat langer te laten rusten.

Gelukkig zijn er zeer weinig beleidsvragen waarover de wetenschap geen evidentie biedt, en dat is ook hier het geval. Psycholoog Harris Cooper analyseerde in Review of Educational Research reeds een tijdje geleden de toen 39 gepubliceerde studies over het effect van schoolvakantie, samen goed voor 48.000 leerlingen. De resultaten waren duidelijk: de schoolvakantie leidt gemiddeld tot een cognitieve terugval die overeenkomt met 1 maand onderwijs. Deze gemiddelde achteruitgang was veel groter voor wiskunde, en iets kleiner voor taal.

Belangrijker is echter dat dit relatief kleine effect een veel belangrijker bevinding maskeert: kinderen uit sociaal geprivilegieerde gezinnen worden licht beter (vooral in taal) tijdens de lange schoolvakantie, terwijl kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen achteruitgaan, in sterkere mate, en zelfs bij gelijke cognitieve vaardigheden. De schoolvakantie creëert zo een cognitieve kloof tussen beide sociale klassen die overeenstemt met 3 maanden onderwijs. Dus  bijna een derde van een schooljaar, elk jaar opnieuw. Omdat sociaal kwetsbare gezinnen vaak taalarme gezinnen zijn ontbreekt het hen in de vakantie aan de cognitieve stimulatie waar meer gegoede kinderen wel kunnen van genieten. De vakantie creëert dus veel meer ongelijkheid dan de school en doet het sociaal nivelleringseffect van het onderwijs deels teniet.

Karl Alexander onderzocht dit effect verder in American Sociological Review bij 800 kinderen die hun hele schoolcarrière lang gevolgd werden. De prestatiekloof tussen sociaal sterke en zwakke leerlingen op het einde van de rit bleek voor meer dan de helft ontstaan te zijn tijdens de schoolvakanties! En de achteruitgang tijdens de vakantie bleek een sterke voorspeller van schoolverlaten zonder diploma, en doorstroming naar het hoger onderwijs. Het belangrijkste resterende deel van de sociale kloof kon worden toegeschreven aan de vroege jaren voor, en in het lager onderwijs. De combinatie van een verkorte vakantie met een vroegere leerplicht is dus een zeer goed idee. Deze eenvoudige maatregel is relatief gemakkelijk in te voeren en veel efficiënter voor sociale mobiliteit dan het problematische uitstel van studiekeuze in het secundair onderwijs, dat weinig zoden aan de dijk zou brengen. Het is belangrijk op te merken dat met name de vakantieperiodes hier cruciaal zijn, eerder dan een algemene verlenging van schooltijd, bijvoorbeeld door langere schooldagen. Dat heeft immers een positief, maar heel beperkt effect, dat minder uitgesproken is dan verdere investeringen in kwaliteit van leerkrachten.

Deze kennis moet de inspiratie vormen om voor sociaal kwetsbare en taalarme kinderen schoolachterstand te remediëren door de vakantie te verkorten. Men moet zelfs zomeronderwijs overwegen, tenminste voor sommige leerlingen, misschien deeltijds, en vooral vroeg in het lager onderwijs. Onderzoek toont immers aan dat dergelijke remediëring wérkt, zonder dat daarvoor hele onderwijsstructuren moeten veranderd worden. Hopelijk strandt dit voorstel niet op de weerstand van de toeristische sector en de onderwijsvakbonden, die niet enkel oog moeten hebben voor de eigen leden, maar ook voor de echte zwakkeren: deze kinderen. Dit is misschien de gemakkelijkste onderwijshervorming die er is.

 

Referenties

Alexander, K. L., Entwisle, D.R., & Linda, S.O. (2007). Lasting consequences of the summer learning gap. American Sociological Review, 72, 167-180.

Baker, D.P., Fabrega, R., Galindo, C., & Mishook, J. (2004). Instructional time and national achievement: cross-national evidence. Prospects, 34, 311-334.

Cooper, H., Nye, B., Charlton, K., Lindsay, J., & Greathouse, S. (1996). The effects of summer vacation on achievement test scores: a narrative and meta-analytic review. Review of Educational Research, 66, 227-268.

(verschenen in De Standaard, 4 mei, 2013, pdf)

Leave a Reply

Post Navigation