Bumbala, Bumbaloe, O-oh, Tinky Winky, het taalgebruik in sommige peuterprogramma’s is op zijn zachtst gezegd onconventioneel. Maar heeft het ook een nefaste invloed op de taalverwerving, zoals ongeruste ouders wel eens beweren? Niet noodzakelijk, denkt psycholinguïst Wouter Duyck van de UGent. „Kinderen zijn woordensponzen: tussen twee en zes jaar leren ze gemiddeld tien nieuwe woorden per dag. Ze pikken taal op uit hun omgeving, en dus ook van televisie. Onderzoek toont de positieve effecten aan van televisie op de tweedetaalverwerving, maar kinderen beheersen ook hun moedertaal beter als ze hun woordenschat verruimen dankzij goede programma’s.”
…
Verschenen in Knack, 21 april 2004
