‘Smartphones zijn de nieuwe sigaretten’, zo kopte een opiniestuk in deze krant. En de Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt verdoemde vorige week op deze pagina’s nog een hele bevolking. ‘De angstige generatie’, zo heet zijn boek. Het is zelfs een ‘verloren generatie’, zo stelde hij. Hij argumenteert dat depressies toenamen op hetzelfde ogenblik als de smartphoneverkoop. Klopt. Maar ook vegetarisch eten. Gelijktijdigheid impliceert geen oorzakelijk verband. Op TikTok spreekt men van hersenrot. De wijdverspreide angst voor smartphones en social media is onterecht. Ze maken de hersenen van onze kinderen helemaal niét kapot.
Angst voor nieuwe technologie is van alle tijden. Plato waarschuwde al dat zelfs boeken het menselijk geheugen zouden vernietigen. Recenter zou televisie van kinderen zombies maken, en in de 19e eeuw waarschuwden artsen voor een fietsgezicht, de lichamelijke misvorming die vooral vrouwen zouden krijgen door de inspanning om de hele tijd het evenwicht te moeten bewaren op twee wielen. Vandaag wil Haidt een verbod op social media tot 16 jaar. Compleet onafdwingbaar en los van de realiteit. Maar het is besmettelijk. De Franse president Macron wilde een totaalverbod voor jongeren, en hier namen verschillende politici dat idee al snel over. En riooldeksel werd op een truckchauffer gegooid, de schuldige werd snel gevonden: social media! Angst verkoopt.
Maar wetenschap doet ertoe. In Trends in Cognitive Sciences concludeerde een gericht stuk over het onderwerp dat er géén aanwijzingen zijn dat (frequent) internet- en technologiegebruik de ontwikkeling van het brein beschadigt. Een recenter groot onderzoek in het wetenschappelijk vakblad Cortex maakte herhaalde hersenscans van meer dan 4000 9-jarigen. Schermgebruik beschadigde de hersenen niet, en hervormde ze zelfs niet aantoonbaar. Termen zoals hersenrot of the great rewiring (Haidt) zijn dan ook zeer misplaatst.
Beschadigen schermen dan misschien het mentaal welzijn van onze jeugd.? Nee, het effect lijkt eerder negatief dan positief, maar het blijft onduidelijk of gebruik nu welzijn bepaalt of omgekeerd. En vooral, het verband is héél, héél zwak. Overzichtsstudies die alle wetenschap samenvatten vinden dat schermgebruik typisch maximaal 1% verklaart van mentaal welzijn. 1%! Soms zijn de vaststellingen ook heel contra-intuïtief. Zo toonde een studie dat het net studenten met een laag zelfbeeld zijn die mentale baat hebben bij social media. Heel veel studies vinden ook geen effect. Andere tonen dat wie actiever is op sociale media ook in het echte leven net méér vrienden heeft. Maar de wetenschap rechtvaardigt dus nooit paniek of een algemeen verbod.
Het is natuurlijk wel zo dat bij extreem gebruik zonder toezicht verslavingsproblematiek kan optreden. Uiteraard is het geen goed idee dat peuters 8 uur per dag youtube kijken, of dat pubers tot diep in de nacht instagrammen. Net zoals ze beter geen 10 stukken nochtans overheerlijke chocoladetaart van Joost Arijs eten. Overdaad schaadt. Een verstandig gebruik en afwisseling in activiteiten is voor kinderen en jongeren nodig. En ja, voor wie een eetstoornis heeft kunnen sommige socialmediakanalen wél een probleem zijn. Opvoeding blijft maatwerk. Maar gezond verstand volstaat.
Zijn er dan geen risico’s? Zeker. Op medisch vlak waarschuwen oogartsen terecht voor slecht zicht bij langdurig gebruik op jonge leeftijd. En schermlicht verstoort wel degelijk de aanmaak van melatonine, een hormoon dat de slaap regelt. Dus overdadig gebruik, vooral ’s avonds, kan slaap verstoren en concentratie de dag nadien. Kinderen krijgen dus het best een maximum én avondklok voor de gsm en de tablet.
En ja, onze hersenen kunnen niet multitasken. Smartphones in de broekzak tijdens de les zijn een slecht idee, zelfs op trilstand. Elke melding leidt af en verstoort leren. Het zijn aandachtskillers. Hetzelfde afleidingseffect krijg je trouwens met laptops in de les. Maar eerder dan een totaalverbod zijn dus duidelijke regels en periodes voor concentratie en taakfocus nodig.
Dat blijkt niet altijd zo eenvoudig. Een overzichtsstudie bestudeerde leerprestaties van bijna 150.000 kinderen uit het leerplichtonderwijs en 14.000 studenten uit het hoger onderwijs, in 14 landen. 36 van de 39 verzamelde studies toonden een negatief effect tussen schermgebruik en leerprestaties. Maar ook hier weer was de sterkte van het verband veel kleiner is dan je zou vrezen. Smartphonegebruik verklaart slechts 4% van de leerprestaties. Het is dus nooit de primaire verklaring voor de achteruitgang van onze leerprestaties. In andere Europese landen waar evengoed smartphones bestaan verbeteren leerprestaties ook gewoon. Het negatieve effect is merkwaardig genoeg ook sterker voor studenten dan voor jongere kinderen.
Tenslotte worden ook positieve effecten van technologie genegeerd. De smartphone biedt ook snelle toegang tot kennis. Er bestaan tal van educatieve spelletjes die de ontwikkeling van het brein net kunnen stimuleren, ook bij jonge kinderen. En gamers hebben net bétere aandachtsfuncties, niet slechtere.
Dus beste ouders, wees attent voor extreem gebruik, verslaving en zorg voor afwisseling. Maar dat wist u al. Krampachtige paniek hoeft niet. Een smartphone hoort bij een werelds kind. Beste politici, hoed u voor simplistische boemannen. Een smartphoneverbod zal uw veel ingewikkelder maatschappelijke problemen niet oplossen.
Wouter Duyck
Professor Cognitieve Psychologie
NVAO (Nederlands-Vlaamse AccreditatieOrganisatie)
Verschenen in De Tijd, 8 juni 2024, PDF