BRUSSEL – Blijft de kwaliteit van ons onderwijs dalen? Wat is het rapport van minister Ben Weyts? Moet de zomervakantie ingekort worden? Gaan kinderen straks vanaf 3 jaar naar school? En wat doen we met de oplopende facturen? Twee prominenten gaan in debat over de toekomst van onze belangrijkste grondstof: het onderwijs. Dat levert verrassende resultaten op …
Aan de ene kant van de tafel zit professor Wouter Duyck. De eigenzinnige West-Vlaming, die nooit een blad voor de mond neemt, wordt de prominentste stem in het onderwijsdebat genoemd. Ook bevoegd minister Ben Weyts (N-VA) legt graag zijn oor te luister bij hem. Aan de andere kant zit Koen Pelleriaux, de topman van het gemeenschapsonderwijs (GO!). De bedachtzame Brusselaar wordt daarom soms de schaduwminister genoemd. Pelleriaux werkte vroeger op de kabinetten van de socialistische onderwijsministers Frank Vandenbroucke en Pascal Smet.
Wie niet aan tafel zit, is Lieven Boeve, de topman van het katholiek onderwijs, de grootste koepel van het land. Boeve wil niet in debat gaan met Duyck, liet hij ons weten via zijn woordvoerder.
Duyck: “Ik ben kritisch voor de koepels en ik zal dat blijven. Zij zijn deel van het probleem. Het siert Koen dat hij wél de openheid van geest heeft.”
Pelleriaux: “Het verhaal dat Wouter vertelt, is een relevant verhaal. Ik zie het bovendien als mijn plicht om het publieke debat aan te gaan. Onderwijs wordt tenslotte met gemeenschapsgeld betaald.”
Welk rapport krijgt minister Ben Weyts van u?
Pelleriaux: “Twee dingen zijn zeer positief, en daarom zeg ik dat hij geslaagd is. Ten eerste: de aanpak van de coronacrisis. Hij heeft echt gestreden voor het openhouden van de scholen. En ten tweede: de invoering van centrale toetsen over heel Vlaanderen (voor het vierde en zesde lager en het tweede en zesde secundair, red). Omdat het over dezelfde toetsen in elke school gaat, gaan we scholen kunnen vergelijken. We gaan zien welke school goed scoort en welke niet. Dat is de beste maatregel die hij nam om het tij te keren.”
Duyck: (knikt) “Dat is de belangrijkste realisatie. Ik wil daar nog twee pluspunten aan toevoegen: de focus op taal en de focus op intellectuele ambitie. Uit onderzoek blijkt dat onze prestatiemotivatie, dat wil zeggen: onze motivatie om het heel goed te doen op school, laag ligt. Deze regering heeft die tanker willen keren en ik voel dat dat ook weer leeft onder de bevolking. Helaas hinken de scholen nog achterop.”
Pelleriaux: “Dat zou ik niet zeggen, Wouter. Er zijn veel mensen in het onderwijs die ervan doordrongen zijn dat de prestatiemotivatie omhoog moet. Ik ook.”
Genoeg lof. Wat is uw grootste kritiek?
Pelleriaux: “Het lerarentekort is onvoldoende aangepakt. Dat is geen nieuw probleem. We weten dat al drie legislaturen. Ik had graag meer stappen gezien.”
Duyck: “Dat is een pijnpunt, daar kan je niet omheen. Al wil ik mild zijn voor de minister en ik zou dat ook zijn mocht daar een socialist zitten. We hebben in Vlaanderen één leerkracht per 8,3 kinderen. Dat is 30 procent minder dan het Europese gemiddelde. We hebben dus genoeg leerkrachten. Alleen worden zij niet gericht ingezet. Daarvoor kijk ik ook naar de onderwijsverstrekkers, Koen. Elke koepel wil elke studierichting aanbieden, soms in dezelfde straat. Werk toch meer samen!”
Pelleriaux: “Dat het efficiënter moet, akkoord. Maar het cijfer dat u noemt, klopt niet. In ons systeem wordt iedereen meegerekend als leerkracht, ook andere medewerkers. Dat geeft dus een vertekend beeld. Ik pleit voor een grondige modernisering van het statuut van de leerkracht.”
Is het lerarentekort de belangrijkste verklaring voor de dalende onderwijskwaliteit, zoals sommige partijen zeggen?
Duyck: (windt zich op) “Néén. Dat is zelfs complete onzin. Er is een tekort van 4.000 leerkrachten. Dat gaat over twee procent van het totaal. We hinken trouwens al twintig jaar achterop. We hebben ons in slaap laten wiegen. Dát is het probleem. Men heeft destijds, weliswaar vanuit nobele intenties, de verkeerde keuzes gemaakt. ”
U verwijst naar het gelijkekansenbeleid van Vandenbroucke?
Duyck: (knikt) “Men wou de lat wat lager leggen zodat iedereen mee zou kunnen. Maar we zijn daarin doorgeschoten. Het omgekeerde is gebeurd: iedereen is achteruitgegaan, ook de meest kwetsbaren. Je verbetert het welzijn van kinderen niet door de lat lager te leggen. Dat was de foute inschatting die men maakte.”
Pelleriaux: “Ik ga deels akkoord. Het ligt inderdaad niet aan het lerarentekort. Ik ga ook akkoord dat onze leerplannen niet ambitieus genoeg waren. Maar dat was volgens mij geen gevolg van het gelijkekansenbeleid. Het gelijkekansenbeleid was vooral een geld-verhaal. Het is niet dat men toen bewust de lat lager heeft gelegd om meer gelijke kansen te creëren.”
Lieve Boeve zei niet zo lang geleden in deze krant dat het debat over de dalende kwaliteit opgeklopt wordt.
Pelleriaux: “Dat denk ik niet. We hébben een probleem en we moeten de lat weer hoger leggen voor álle kinderen. De nieuwe eindtermen vormen een ideale opportuniteit daarvoor. Je kan daar veel over zeggen, maar je kan die ook aangrijpen om je leerplannen ambitieuzer te maken. Wij zijn daarmee bezig.”
Duyck: “Zulke uitspraken van Boeve choqueren mij. Het ligt niet in mijn aard om nodeloos te vleien, maar ik stel toch vast dat het GO! meer engagement en ambitie toont dan het katholiek onderwijs. Koen wil aan de slag gaan met de nieuwe eindtermen, maar wat doet Boeve? Hij trekt naar het Grondwettelijk Hof. Dat is natuurlijk problematisch, want het katholiek onderwijs is nog altijd de grootste speler. Als die niet mee wil, gaat het niet lukken. (kwaad) Onze tienjarigen zijn verdorie de slechtste lezers van Europa. Hoe kan je dat ontkennen? De dalende kwaliteit is een sluipmoordenaar, hoor. Onderzoek toont aan dat sterke leerlingen later tien procent meer verdienen en zelfs langer en gezonder leven. We dreigen voor het eerst een generatie te krijgen die minder welvarend is. Vandaag besteden we nog tien procent van onze onderwijstijd aan cognitieve vaardigheden zoals lezen. Vijftien jaar geleden was dat vijftien procent.”
Pelleriaux: “Oké, maar hoe komt dat? Omdat er zoveel gevraagd wordt van het onderwijs. Het basisonderwijs moet intussen aan 16 sleutelcompetenties voldoen. Dat neemt onvermijdelijk tijd in beslag.”
Duyck: “De focus moet weer komen te liggen op taal en rekenen. Dat is de kern van de zaak.”
Pelleriaux: “Daar ga ik mee akkoord.”
Is de hoge instroom van nieuwkomers ook een verklaring voor de dalende kwaliteit?
Pelleriaux: “Neen. We zien dat de kwaliteit daalt in scholen met veel nieuwkomers en in scholen met weinig nieuwkomers.”
Duyck: “Engeland is een van de sterkste stijgers in PISA (internationaal onderzoek naar de onderwijskwaliteit, red.), terwijl je daar evenveel migranten hebt. Het probleem is dat wij onze migranten niet goed integreren. Als je thuis een andere taal spreekt dan op school, dan loop je achterstand op. Daarom is het goed dat de minister focust op kennis van het Nederlands.”
Hij zou zelfs het kindergeld daarvan afhankelijk maken.
Duyck: “Dat is een van zijn mindere ideeën. (grijnst) Ik zou de leerplichtleeftijd verlagen naar drie jaar, zodat de meest kwetsbare kleuters veel vroeger in contact komen met onze taal.”
Pelleriaux: “Vroeger was ik daar tegen, omdat de groep die geen kleuteronderwijs volgt, relatief beperkt is. Maar je ziet vandaag het aantal stijgen. Dat gaat vooral over kinderen van rijke mensen en kinderen van gezinnen waar de moeder thuis blijft, dus vaak migranten. Ik denk dat het omwille van die laatste groep toch zinvol is om de leeftijd te verlagen naar drie jaar.”
Duyck: “Ik zat ooit naast Kristien Hemmerechts in De Afspraak. Ze zei dat ze geen dt-regels meer aanleerde aan migrantenkinderen, omdat dat te moeilijk zou zijn. (windt zich op) Is dat niet verschrikkelijk? Alsof onze migrantenkinderen de eerste in de geschiedenis zijn die geen hersenen hebben. We moeten voor elk kind de lat hoger leggen. Dat is in hun eigen voordeel.”
Vooruit pleit voor een kortere zomervakantie. Is dat een goed idee?
Pelleriaux: “Wij vinden van wel. Als je te lang niet naar school gaat, dan verlies je kennis. Dat blijkt uit onderzoek. Wie bovendien thuis niet gestimuleerd wordt, loopt nog meer achterstand op. Wij zouden doen zoals in Wallonië. Daar werd de zomervakantie met twee weken ingekort en werden de herfst- en de krokusvakantie met één week verlengd. Bovendien heeft deze kalender het organisatorisch voordeel dat elke periode tussen twee vakanties zeven of acht weken telt.”
Duyck: “Je ziet inderdaad dat er te veel leerverlies optreedt, vooral onder kansarme kinderen. Het is daarom dringend tijd om de zomervakantie in te korten, maar ik zou dat niet compenseren. Anders haal je geen winst. De totale onderwijstijd in Vlaanderen is immers 14 procent lager dan het Europees gemiddelde. Maar ik kan me voorstellen dat Koen dat niet verkocht zal krijgen bij de vakbonden.” (lacht)
Wat is de grootste uitdaging voor de volgende regering?
Duyck: “Verder gaan op het ingeslagen pad, ook al gaan we de resultaten van het beleid pas zien over tien jaar.”
Pelleriaux: “Ik wil drie dingen noemen: de onderwijskwaliteit, het lerarenstatuut, maar ook eindelijk investeren in infrastructuur. Als de volgende regering dat niet doet, gaan we de doelstelling van energieneutrale gebouwen tegen 2050 niet halen. We krijgen nu zowat 60 miljoen euro daarvoor. Dat bedrag moet maal acht.”
Duyck: “Dat is een terechte vraag. Onderwijs is een kerntaak van de overheid, maar daar is blijkbaar niet genoeg geld voor. Je zal toch eens moeten nadenken over een betere verdeling van de middelen, ook binnen het onderwijs. Als de middelen beperkt zijn, dan moet je eerst kijken naar de infrastructuur van je eigen net. Er is trouwens geen enkel land waar het vrij onderwijs zo sterk gefinancierd wordt als hier.”
Wat met de betaalbaarheid voor ouders? Groen wil het onderwijs volledig gratis maken, inclusief warme maaltijden.
Pelleriaux: “Dat hoeft niet voor ons. Wij zijn wel voorstander van een maximumfactuur in het secundair, zoals dat nu al bestaat in het lager. Het zou niet mogen dat leerlingen bepaalde richtingen niet kiezen omdat ze te duur zijn. Al is een maximumfactuur niet de enige oplossing. In Nederland moeten de leerlingen niet betalen voor hun handboeken. Dat kan ook een optie zijn.”
Duyck: “Gratis is een slecht idee. De private bijdrage van ouders ligt hier al veel lager dan in de rest van Europa. De maximumfactuur in het lager onderwijs bedraagt 100 euro per jaar. Komaan, dat moet toch kunnen! Ik vind het trouwens verkeerd dat men voor die warme maaltijden weer naar het onderwijs kijkt. Wat doe je dan met kinderen die geen deftige schoenen hebben? Waar eindigt dat?”
Pelleriaux: “Ik heb daar toch begrip voor. Als je als overheid gratis warme maaltijden wil aanbieden, is het onderwijs de meest geschikte plek. Ook vaccinatie van kinderen verloopt via de scholen, omdat je zo iedereen kan bereiken.”
Duyck: “Daar kan ik mee akkoord gaan. Maar dat geld moet dan wel komen van het budget van welzijn, niet van onderwijs.”
Heren, we moeten bijna stoppen. Zoveel boeiende onderwerpen, en toch behoort onderwijs niet tot de thema’s waar de mensen het meest van wakker liggen. Hoe zou dat komen?
Duyck: “Omdat het een sluipmoordenaar is. Je ziet niet op straat dat het leesniveau daalt. Je zal dat maar zien in 2030 of 2040.”
Pelleriaux: “En ten onrechte. De mensen zouden vooral van onderwijs wakker moeten liggen, want dit gaat over de toekomst van onze kinderen. Misschien komt het ook omdat er minder politiek debat over is?”
Duyck: (knikt) “Er zou veel meer strijd moeten zijn over onderwijs. De partijen zijn het te vaak met elkaar eens.”
Verschenen in De Zondag, 24 maart 2024, PDF