De leesvaardigheid van kinderen daalt, maar nog niet eerder was de daling zo sterk. Nederlandse en Vlaamse 15-jarigen gingen binnen Europa het sterkst achteruit van alle landen, blijkt uit recent gehouden PISA onderzoek. Wat betekent dit voor de huidige generatie kinderen en hoe belangrijk is het dat kinderen ook in de pre-school leeftijd een ruime woordenschat hebben?
Score begrijpend lezen 15-jarigen onvoldoende
PISA staat voor: Programme for International Student Assessment. Sinds 2000 wordt elke drie jaar de vaardigheid van 15-jarigen in (begrijpend) lezen, wiskunde en natuurwetenschappen gemeten en internationaal vergeleken. Voor het laatste onderzoek werden de gegevens uit 15 Europese landen vergeleken. Wat blijkt? Een derde van de 15-jarigen in Nederland, België en Finland blijkt onvoldoende leesvaardig te zijn, dat was in 2018 nog een kwart. Ook de rekenkundige vaardigheden zijn sterk gedaald. Deze uitslagen zijn zeer alarmerend en hebben grote gevolgen, meldt hoogleraar cognitieve psychologie prof. dr. Wouter Duyck. Hij publiceerde onlangs het boek ‘Mijn kind, slim kind’ waarin hij deze problematiek en de zesjescultuur aan de kaak stelt. We stelden hem een aantal vragen.
Wat betekent deze slechte uitslag voor de huidige generatie kinderen?
‘We kunnen vaststellen dat Nederland, Vlaanderen en Finland de sterkste dalers zijn in Europa. Het gaat om 15 tot 16 maanden leervertraging ten opzichte van kinderen 20 jaar geleden. Een kind moet dus langer dan een jaar naar school gaan zodat het even goed kan lezen en rekenen als een kind 20 jaar geleden. Dat is zeer ernstig. We weten dat de hersenen van kinderen niet veranderd zijn, kinderen zijn niet ‘dommer’ geworden. Blijkbaar slagen ons onderwijs en de thuissituatie er niet in om kinderen verder te brengen in hun taalontwikkeling’, aldus Duyck. Dat heeft volgens hem de volgende effecten. ‘Er zullen minder jongeren naar hbo’s en universiteiten gaan en de kans wordt kleiner dat ze een baan zullen vinden. Maar er zijn nog hardere, economische effecten. Men heeft berekend dat deze achteruitgang zal zorgen voor 7% minder salaris, en dat levenslang.’
Meer ambitie en streven dus, maar hoe verhoudt zich dat tot het mentaal welzijn van kinderen?
‘Je zou je kunnen zeggen dat deze generatie kinderen gelukkiger is omdat er minder prestatiedruk is, maar het tegendeel is waar. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die minder goed kunnen lezen en rekenen, ook minder gelukkig zijn dan leeftijdsgenoten die daarin beter zijn. De kans op een depressie stijgt naarmate je minder goed kunt lezen en rekenen. De beste lezers hebben vier keer minder kans op een depressie vergeleken met de laagst opgeleiden. Dus naast het feit dat het economisch minder goed gaat met deze generatie, tast het ook het mentaal welzijn aan. We krijgen dus een generatie minder slimme mensen, die minder welvarend is en minder gelukkig.’
Waarom is taalontwikkeling zo belangrijk?
‘Taalontwikkeling is belangrijk omdat je in het basisonderwijs leert lezen, maar in de rest van het onderwijs leest om te leren. Taal is de drager van kennis, hoe beter je ontwikkeld bent in taalbegrip en begrijpend lezen, hoe beter je taal kunt verwerven in het vervolgonderwijs. Daarom is het zo erg dat het niveau van onze taalvaardigheid is gedaald. Leren lezen maakt gewoon slimmer en intelligenter. Een goede intelligentie is belangrijk omdat we dan kunnen nadenken, onze dag kunnen inplannen. En dat heeft effect op je huishouden, je werk en relatie. Je kunt je beter uitdrukken, beter omgaan met tegenslagen en conflicten. Een achteruitgang zoals we nu zien, betekent een achteruitgang op al deze gebieden.’
Komt de taalachterstand door onderwijs of thuis?
Wouter Duyck: ‘Beide. We weten dat de vroege periode cruciaal is voor de taalontwikkeling. Een gemiddelde peuter uit een kansrijk gezin kent op 7-jarige leeftijd al tot 8.000 woorden in zijn moedertaal. Zijn woordenschat is drie tot vier keer groter dan die van peuters die opgroeien in taalarme gezinnen. En taalarme gezinnen zijn vaak ook economisch arme gezinnen. Dus het gezin is ongelooflijk belangrijk. Babyhersenen zijn net taalsponzen, ze pikken op wat ze in hun omgeving horen. Als ouders een paar moeilijke woorden gebruiken dan is de kans groot dat baby’s deze woorden ook zullen oppikken.’
Waarom is voorlezen zo belangrijk?
‘Voorlezen is ongelooflijk belangrijk, vooral voor taalarme kinderen. Het zorgt ervoor dat er woorden aan bod komen die niet met huiselijke zaken te maken hebben. Taal is het venster op de wereld, eentje die niet bereikbaar is voor kinderen die nooit op reis gaan, niet naar musea en bibliotheken gaan. Zij hebben boeken nodig om op plekken te komen waar ze anders niet komen.’
Het probleem wordt volgens Duyck nog groter als er thuis een andere taal wordt gesproken dan op school en in het dagelijks leven. ‘Deze kinderen hebben een jaar achterstand als ze naar school gaan, blijkt uit onderzoek. Dat heeft ook indirecte effecten. Het is bekend dat kinderen het gedrag van hun ouders kopiëren, dus als ze zien dat hun ouders gaan sporten, gezond eten en af en toe een boek lezen, dan zullen zij dat later ook eerder doen. En in de kleuterklas zijn de gesprekken tussen kleuterjuffen met kinderen van grote invloed. Het is belangrijk dat kleuters naar school gaan en dat ze oefeningetjes krijgen met taal en rekenen. En ook dat juffen beschrijven wat ze doen zodat kinderen de verbinding goed kunnen leggen tussen de handeling en het woord.’
Kan toename migratie een reden zijn voor de daling van de resultaten volgens het PISA onderzoek?
‘De daling is zo sterk dat deze onmogelijk alleen kan worden verklaard door de gestegen migratieaantallen. We zien de daling niet alleen bij migranten, ook bij autochtone Nederlanders en Vlamingen. Ook bij scholen waar geen migranten te vinden zijn. Er zijn landen zoals het Verenigd Koninkrijk met veel migranten, waarvan kinderen smartphones hebben en op internet zitten, maar die zijn er juist op vooruit gegaan. Migratie hoeft geen probleem te zijn, het onderwijs zou dat moeten aankunnen.’
Duyck is een voorstander om de verplichte schoolleeftijd nog meer te vervroegen, naar 3 jaar. Maar kleuteren is toch ook belangrijk? ‘Onderzoek toont aan dat als kinderen met 5 jaar naar school gaan, dit niet ten koste gaat van de sociaal emotionele ontwikkeling. Het vroeg naar school gaan is voor kinderen die thuis een andere taal spreken, nog belangrijker dan voor kinderen die Nederlands spreken. Migratie vergroot de nood om het kleuteronderwijs uit te breiden. We weten dat 6 jaar een cruciale leeftijd is. Na deze leeftijd wordt het leren van een moedertaal moelijker.’
In hoeverre is intelligentie aangeboren?
‘Intelligentie is voor de helft genetisch bepaald, voor de andere helft is dat maakbaar. Kinderen die deze aanleg niet genetisch hebben gekregen kunnen via het onderwijs toch ver komen. De biologie van onze hersenen is niet veranderd. De achteruitgang die we zien heeft puur te maken met het stuk onderwijs dat we kinderen aanbieden.’
Wat gebeurt er precies bij het aanleggen van verbindingen in kinderhersenen?
‘Het leggen van nieuwe verbindingen is eigenlijk het enige leermechanisme dat onze hersenen hebben. Als een baby ‘mama’ kan zeggen als ze de kamer binnenloopt, dan heeft hij of zij het verband gelegd tussen de moeder en de beweging die de baby met de mond moet maken om de klanken ‘mama’ uit te spreken. Het leren spreken is niets anders dan het leggen van een verbinding tussen een visueel beeld en de klank die daarbij hoort. Alles wat kinderen daarna leren, thuis en op school, wordt aan hun bestaande netwerk in de hersenen toegevoegd. Als kinderen weten wat een koning en koningin is, weten ze ook de koppeling te maken met een ‘kasteel’ of een ‘hofnar’. Leren is de toevoeging van nieuwe stukjes verbindingen.’
Is er een koppeling met de fysieke ontwikkeling van kinderen?
‘Dat we überhaupt kunnen spreken is een indrukwekkende vaardigheid’, meldt Duyck. ‘Wij produceren ongeveer 170 woorden per minuut, dat betekent dat alle mondspieren van tong tot kaak op elkaar moeten zijn afgestemd. Bij spreken gaat het om de juiste zetting van kaak, tong, mond en het trillen van stembanden. De spieren moeten krachtig genoeg zijn om te kunnen spreken. Dat is ook de reden dat kinderen er best lang over doen om hun eerste woordjes te zeggen.’ Dat kinderen ‘mama en papa’ als eerste woordjes kunnen zeggen, is volgens Duyck trouwens geen toeval. ‘De letters m, p en a, zijn de meest eenvoudige klanken en dat is in veel talen zo!’
Wat kunnen ouders zelf doen?
In uw boek geeft u aan wat er in het onderwijs beter kan. Geen zesjescultuur, meer aandacht voor leren lezen en rekenen, minder onderwijs waarbij beleven centraal staat. Maar ook: minder taken voor de leraar (hij of zij is vaak ook psychotherapeut, welzijnswerker en politieagent) en leerkrachten met een hogere opleiding. Maar wat kunnen ouders zelf doen?
‘Dat is geen ‘rocketscience’, antwoordt Duyck. ‘Zorg dat er elke dag een voorleesmoment is, dat er boeken in huis zijn die kinderen kunnen pakken, dat kinderen zien dat ouders ook eens een boek lezen. Maar beschrijf ook wat je doet als je bijvoorbeeld de baby aan het verschonen bent of een boterham smeert. Zo leggen kinderen een verband tussen woord en handeling en maak je van al die saaie momenten die bij opvoeden en huishouden horen, rijke taalmomenten. Zorg ervoor dat elk moment een taal- en een leermoment wordt!’
Verschenen in Babywereld, PDF
Meer lezen over voorlezen aan allerkleinsten
Lees meer thema artikelen
prof.dr. Wouter Duyck