Terwijl er gesnoeid wordt in het aantal studierichtingen in het secundair onderwijs, komt onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) met een uitzondering op zijn regel. De klassieke talen krijgen voortaan een voorkeursbehandeling. Hoe terecht is dit?
Het onderwijs kent momenteel een lage motivatie om te presteren, zegt professor cognitieve psychologie WouterDuyck (UGent), die ageert tegen de zesjescultuur. “Klassieke talen vormen daar een uitzondering op. Je moet een ezel zijn om uitgerekend in een richting die fantastische resultaten neerzet rationalisering toe te passen.”
Hij verwijst naar het eerdere besluit van Weyts om nieuwe studierichtingen die op twee jaar tijd minder dan vijf leerlingen aantrekken te schrappen. Het is een van de maatregelen die moeten helpen om het lerarentekort tegen te gaan.
De studierichtingen klassieke talen en gevorderde wiskunde krijgen nu wel meer ademruimte en hebben drie jaar de tijd om aan voldoende aanmeldingen per studiejaar te komen. Duyck heeft begrip voor de voorkeursbehandeling. “Ik steun deze uitzondering volledig in tijden dat het onderwijsniveau onder druk staat.”
Ben Weyts maakt met dit besluit duidelijk een onderscheid tussen het aanbod van studierichtingen. “We willen niet dat de programmatienorm om wildgroei tegen te gaan uitgerekend bij klassieke talen slachtoffers zou maken”, onderbouwt het kabinet. “Dit zijn bij uitstek de opleidingen waar de lat nog hoog wordt gelegd en waar de sterke profielen onder de jongeren zich verzamelen. Daar zitten de toekomstige apothekers, advocaten en ingenieurs tussen. Dit zijn profielen die we niet kwijt willen in Vlaanderen.”
Onderzoeker en pedagoog Pedro De Bruyckere (Universiteit Utrecht) snapt de redenering van de onderwijsminister. “Het past bij het idee dat we sterke leerlingen meer moeten uitdagen. In de PISA-resultaten zien we dat de topgroep van leerlingen steeds kleiner wordt. En kinderen zijn hopelijk niet dommer geworden.”Een extra gedoogjaar, zet dat zoden aan de dijk? Geert Buttiens is leraar Grieks en Latijn aan Don Bosco in Haacht. Hoewel hij het goed nieuws vindt, vraagt hij zich af of het daadwerkelijk een verschil maakt als scholen een extra jaar krijgen om leerlingen te vinden. Duyck pleit ook voor een volledige vrijstelling.
Elitair
Het kabinet van Weyts geeft met dit besluit meer waarde aan bepaalde studierichtingen. “Onvermijdelijk” volgens het kabinet. “Wie meer onderwijskwaliteit wil, moet durven kiezen voor zoveel mogelijk uitdaging en zoveel mogelijk uitdagende opleidingen”, zegt Weyts zelf.
Buttiens vindt het niet aan de minister om dat te beslissen. Onderwijsverstrekkers hebben immers autonomie in hun beslissingen over het aanbod. “Ik ben altijd van mening geweest dat het de vrijheid van een school moet zijn om in een bepaalde studierichting te willen investeren of niet.”
“Met een uitzondering op de regel maak je meestal geen vrienden. Een beslissing als deze kan altijd arbitrair overkomen”, zegt De Bruyckere. Want waarom deze vakken wel en andere niet? Ook komt het aloude argument dat het om elitaire studierichtingen gaat naar boven. Leraar Buttiens benadrukt dat er aan beide kanten van het spectrum uitzonderingen worden toegestaan. Weyts maakte eerder ook al een uitzondering voor enkele opleidingen in het technisch en beroepsonderwijs, die jongeren voorbereiden op knelpuntberoepen.
Duyck snapt dat de keuze gevoelig ligt. “Je hoort dan dat alleen kinderen van hoogopgeleide ouders klassieke talen volgen. Maar als we daar een probleem mee hebben, moeten we zorgen dat de kwetsbare kinderen bij deze vakken belanden. Dat is een nuttig streven.”Wat is nu precies nog het belang van die klassieke talen? Er werd lang gezegd dat wie Latijn leert, gemakkelijker andere talen leert. Maar de argumentatie over deze zogeheten far transfers is de verkeerde discussie, stelt De Bruyckere. “Bij deze vakken gaat het om de waarde op zich. Het gaat toch om het meegeven van een stuk cultuur. Vlaanderen heeft op het gebied van de combinatie tussen Grieks, Latijn en wiskunde een lange traditie”, zegt de onderzoeker.
Het hoogste studierendement wordt gehaald door leerlingen uit de klassieke talen, stelt Duyck. “Deze talen trainen leerlingen in analytisch denken, en ze zijn gekoppeld aan culturele rijkdom. Deze richtingen hebben bewezen dat ze cognitief potentieel kunnen ontwikkelen. ‘Kunnen we niet beter Chinees geven’, hoor je nu vaak als tegenargument. Ja, dat zou ook kunnen. Maar laten we in tijden van een onderwijscrisis deze gouden kip niet slachten, totdat we zeker weten dat een andere kip ook gouden eieren legt.”
Belang klassieke talen
De klassieke talen staan al langer onder druk. Zo is het moeilijk om voldoende studenten te vinden die starten aan de lerarenopleiding. Ook worden de klassieke talen niet op elke school aangemoedigd.
Geert Buttiens geeft nu veertig jaar les; dit is zijn laatste jaar. Door de jaren heen zijn de klassieke talen altijd aan een sterke golfbeweging onderhevig geweest, zegt hij. “Ik wil niet meedoen aan het doemdenken dat klassieke talen ten dode opgeschreven zijn. We hebben jaren gehad met minder leerlingen, maar de klassieke talen komen altijd wel weer boven water.”
Zo volgen momenteel 25 leerlingen Grieks in het derde jaar, vrij uitzonderlijk volgens de docent. Hij blijft dan ook sterk in de klassieke talen geloven. “Ja, dat zeg ik van mijn eigen vak. (lacht) Maar ik blijf overtuigd van het nut van klassieke talen en de schoonheid daarvan.”
ANS BOERSMA
Verschenen in De Morgen, 18 januari 2024, PDF