De auteur is voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten
In het maatschappelijke debat wordt veel gesproken over weerbaarheid. Terecht. Als je weet wat ons naar alle waarschijnlijkheid nog allemaal te wachten staat, is het logisch dat je je zorgen maakt. We zullen stevig in onze schoenen moeten staan. Het baart zorgen dat hele generaties kampen met depressieve gedachten, terwijl ons nog mogelijk decennia van onzekerheid boven het hoofd hangen. Het is zorgwekkend dat velen kampen met moedeloosheid, terwijl onze productiviteit slabakt. We moeten veerkrachtig zijn, maar het lijkt soms of ‘de fut eruit is’ bij velen. Een zekere moedeloosheid sluipt onze maatschappij binnen. In 2020 konden we nog naar corona wijzen. We hadden allemaal genoeg van de belemmeringen van onze vrijheid en noemden het ‘coronamoeheid’. De vraag is of er sinds covid veel veranderd is. Het lijkt –althans volgens een aantal onderzoeken – alsof die vermoeidheid en dat defaitisme zijn blijven hangen. Exit het vooruitgangsgeloof. Enkele weken terug was er veel te doen over de PISA-resultaten, die de leerprestaties van 15-jarigen in heel wat landen meten en vergelijken. Ons land scoorde historisch slecht. De onderwijsdeskundige en cognitief psycholoog Wouter Duyck vertelde in de media dat niet alleen de leerprestaties hem zorgen baren, maar ook het dalende IQ in onze contreien. Waarom ik dit aanhaal? Wie cognitief lager scoort, kan moeilijker omgaan met onzekerheid en is minder weerbaar. De resultaten zelf waren volgens vele commentatoren al een reden tot defaitisme op zich, en natuurlijk hebben ze gelijk dat de instorting van ons onderwijs een ramp is. Wat me wel stoort, is dat haast niemand te midden van al die teleurstelling de handschoen opneemt en blakend van ambitie zegt: let’s do this. Op X las ik bezorgde post na post. “Ze kunnen niet meer begrijpend lezen”, stond er. Maar wat als we naast het benoemen van de uitdaging, ook onze bijdrage eens leverden aan de oplossing? Een beetje ‘don’t ask what your country can do for you, but what you can do for your country’-gewijs. Wat als we naast onze bezorgdheid over de PISA-resultaten ’s avonds een boek ter hand zouden nemen, en proberen vrienden of familie aan te zetten dat ook te doen? Wat als we niet alleen zouden roepen dat wiskundig inzicht een probleem is, maar ook de kinderen zouden bijspijkeren op die vrije zaterdag? Of wat als we gewoon naast het benoemen van uitdagingen, ook ambitie zouden tonen? Zo’n denkwijze is ook van toepassing op veel andere problemen in onze samenleving. Er is nood aan meer ambitie. Niet alleen in het onderwijs moet de lat omhoog, maar overal. Neem de politiek. Elke traditionele partij houdt haar hart vast voor de volgende verkiezingen. Wanneer je met politici van zowat elke traditionele partij spreekt, dan hoor je dat de handdoek eigenlijk al in de ring geworpen is. Er is één mindset, die van verlies. Wanneer je roept dat de extremen ongelijk hebben, maar je niet met een adequaat antwoord komt, dan bevestig je toch de facto hun gelijk? Je zou kunnen zeggen dat wie niets te verliezen heeft, doet wat nodig is. Dat men alles uit de kast haalt om het ongelijk van de tegenstanders te bewijzen. Het tegendeel blijkt waar. Met het doembeeld van verlies neemt men vrede. Men omarmt het zelfs. Tekenend. De bottomline is: we praten onszelf graag de grond in. Het gaat slecht en we becommentariëren uitgebreid waarom. Maar de verandering… tja, die zal van een ander moeten komen of – erger nog – het is hopeloos. Die passiviteit wil ik aan de kaak stellen. Moeten we dan allemaal de positivo uithangen? Nee. Ik denk niet dat ‘het beste nog moet komen’, zoals onze premier schrijft. Wel denk ik dat we iets kunnen leren van ondernemers met hun ongeremde geloof in vooruitgang. Positiviteit is goedkoop, ambitie ondergewaardeerd.
Julien De Wit
Verschenen in Trends, 21 december 2023