Wie van hoog komt, kan hard en diep vallen: voor de zesde keer op rij gaat het Vlaamse onderwijs in het Pisa-onderzoek achteruit. Zullen recepten als het leesoffensief de malaise stoppen? ‘Er gebeurt veel, maar ik mis een coherent verhaal.’
Vlaamse 15-jarigen gaan er opnieuw op achteruit voor wiskunde, Nederlands en wetenschappen, blijkt uit het nieuwe Pisa-onderzoek. Dat wordt in Vlaanderen beschouwd als het belangrijkste referentiepunt als het gaat over onderwijskwaliteit. Het is de zesde keer op rij dat het Vlaamse onderwijs een klap krijgt in het door de Oeso opgestelde rapport. Sinds 2003 blijft het juichen uit.
Vooral voor Nederlands dalen de kennis en de vaardigheden van 15-jarigen sterk. Die daling is bovendien sterker dan in andere Europese landen. Ook voor wetenschappen verliezen we meer terrein dan andere Europese landen. Alleen voor wiskunde volgen we de algemene tendens, maar ook die is dalend.
Pisa-shock
Een van de meest onrustwekkende trends is dat een steeds grotere groep de basis niet onder de knie heeft. Voor alle drie de domeinen gaat het om zo’n 20 tot 25 procent van de jongeren. Meer dan een op de vijf slaagt er niet in om zichzelf door de jungle van de samenleving te worstelen. Hij of zij kan geen korting berekenen of een bijsluiter lezen.
‘Dit is een Pisa-shock voor het Vlaamse onderwijs. Zo kan het niet verder’, zegt onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven). ‘Dit moet onze laagste score ooit zijn. We zijn het aan onze jeugd en toekomst verplicht om het tij te keren.’ Ook cognitief psycholoog Wouter Duyck (UGent) hoopt op een schokeffect. ‘Ik zit al vijf cycli te klagen over de neerwaartse trend. Ik hoop dat men de zesde keer beseft dat we niet kunnen blijven doen wat we gewoon zijn.’
Heeft Vlaanderen, na twee decennia dalen, nu het dieptepunt bereikt? Verschillende onderwijsexperts klinken voorzichtig optimistisch, maar Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is zelf terughoudend. ‘In onderwijs moet je in termijnen van tien jaar denken’, zegt hij. ‘We hebben in 2019 gezegd dat we ten vroegste over tien jaar resultaat zullen zien.’
Twee cruciale factoren
Wel duidelijk is dat er veel beweegt. ‘Vandaag worden zaken beslist die vijf jaar geleden onbespreekbaar waren’, zegt De Witte. Die recepten moeten de komende jaren impact hebben. Zo moet het opgerichte expertisecentrum Leerpunt het onderwijsonderzoek dichter bij de leerkracht brengen. Het leesoffensief moet kinderen meer en beter doen lezen. Er komt ook een master basisonderwijs en vanaf volgend jaar worden in het vierde leerjaar lager onderwijs en tweede leerjaar secundair onderwijs Vlaamse toetsen afgenomen over Nederlands en wiskunde.
Ook de koepels ondernamen al actie. Het Katholiek Onderwijs heeft extra aandacht voor wiskunde en Nederlands in de leerplannen en kondigde vorige week nog aan fundamenteel na te denken over de reorganisatie en rationalisering van de scholen. Maar of dat voldoende zal zijn, durft niemand te zeggen.
De maatschappij verandert in een rotvaart en scholen varen vaak blind. ‘In onderwijs is het moeilijk om vat te krijgen op wat er nu precies speelt. Wellicht spelen de te grote focus op welbevinden, de razendsnelle migratie en gebrekkige integratie en de promotie van vreemde thuistaal mee’, aldus Weyts. ‘De trend keren is één iets, maar het vraagt een volgehouden beleid over verschillende ministers heen om goed onderwijs te behouden.’
Los daarvan spelen twee andere factoren een cruciale rol: de nieuwe eindtermen basisonderwijs en de evolutie van het lerarentekort. Als er niet voldoende leerkrachten bijkomen, dreigt dat zowel de komende internationale onderzoeken als het beleid van de minister te hypothekeren.
Geen eiland in Europa
Volgens De Witte is er daarom nog meer nodig. ‘Er zijn al veel losse initiatieven genomen’, zegt hij. ’Alleen is er nood aan iets waar iedereen zijn schouders onder zet. De ouders, de vakbonden, de koepels. Die stap is nodig, maar ontbreekt voorlopig. Ik mis een coherent verhaal.’
Ook Pisa toont aan dat de trend keren niet gemakkelijk wordt. Vlaanderen is geen eiland in Europa. Ook andere landen doen er alles aan om de onderwijskwaliteit op te krikken, en toch is de algemene trend dalend. Vrijwel alle Europese landen gaan erop achteruit. Ook zij worstelen met smartphones op school, lerarentekorten, dalende ambitieniveaus, digitaal onderwijs en meer diverse klassen.
De nieuwe gidslanden lijken op papier Ierland en Estland. Van dat eerste nam Vlaanderen al het ‘leesoffensief’ over – al is de vraag in welke mate het hier écht leeft (en dus effect zal hebben). Naar Estland ging de onderwijscommissie eerder al op bezoek. Alleen leert Pisa dat focussen op een gidsland lang niet zaligmakend is en zelfs gevaarlijk kan zijn. Finland, jarenlang het referentiepunt voor veel Vlaamse scholen, is het enige land dat zowaar nog sterker achteruitgaat dan Vlaanderen.
Klaas Maenhout
Verschenen in De Standaard, 6 december 2023, PDF