Beste Alain,
Je vergelijking tussen het onderwijs in Vlaanderen en dat in de Franse Gemeenschap leverde applaus op van de onderwijsgoeroe Dirk Van Damme. ‘Zeer interessante vergelijking’, tweette hij. ‘Het Franstalige onderwijs klimt langzaam uit een diep dal, is er nog lang niet, maar de opwaartse evolutie staat in schril contrast met de steile val in Vlaanderen.’
Toch hoorde ik tijdens het rapen van paaseieren bij mijn schoon-familie in Luik dat onderwijzers minder optimistisch zijn dan je zou verwachten op basis van de resultaten van het internationaal vergelijkend onderzoek PISA (Programme for International Student Assessment). Zeker in het technisch onderwijs is het in Franstalig België blijkbaar huilen met de pet op. Veel geloof in het zoveelste excellentiepact is er niet.
Het lijkt wel een sport in Wallonië: om de zoveel jaar wordt weer een of ander Marshallplan gelanceerd, waarmee alle opgehoopte problemen zullen verdwijnen. Papier is geduldig. Aan de hoeveelste versie zitten we ondertussen? En wat zijn de resultaten? Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) is blijkbaar niet echt onder de indruk, want lanceerde hij niet net een nieuw plan om het Waals Gewest te herindustrialiseren en aan het werk te krijgen?
Het doet me denken aan het politieke riedeltje over de transfers: geef ons nog tien jaar, dan is de kloof met Vlaanderen weggewerkt. Ik hoorde het achtereenvolgens van de PS’ers Jean-Claude Van Cauwenberghe, Di Rupo en Paul Magnette, toen ze hun intrek namen in het Élysette in Namen, de zetel van de Waalse regering.
Ondertussen vertelt PS-wonderboy Thomas Dermine een ander verhaal. Volgens hem geeft het geen pas Wallonië nog met Vlaanderen te vergelijken. Wallonië is een oud industrieel bekken en moet worden vergeleken met vergelijkbare industriële bekkens. En de transfers in België zijn helemaal niet overdreven. Zo lijkt hij de ambitie op te geven om Vlaanderen bij te benen. Of hoe verklaar jij dat politiek defaitisme anders, Alain?
Dat de kloof tussen het Franstalige en het Vlaamse onderwijs kleiner wordt en dat Wallonië een inhaalbeweging zou maken, is alleen maar toe te juichen. Al vrezen opiniemakers zoals Wouter Duyck dat het betere resultaat van het Franstalige onderwijs ‘maar een opklaring is tussen de buien door’. Hij vreest dat Franstalig België de verkeerde keuzes maakt. ‘Mijn voorspelling is dat de opmars terugvalt na de invoering van de extreme tronc commun voor iedereen. Onrealistische gelijkheid. Gaat dit jaar van start.’
Het klinkt bekend, want ook in Vlaanderen is lang en hevig gediscussieerd over de invoering van een gemeenschappelijke sokkel. De breed gedeelde diagnose waarvan Duyck een echo geeft, is dat het Vlaamse onderwijs het slachtoffer is geworden van een goedbedoelde gelijkekansenredenering, waarbij iedereen mee moest zijn. In de praktijk zou dat geleid hebben tot een nivellering. Nu wil de Vlaamse regering de slinger weer in de andere richting krijgen door leerlingen opnieuw te laten excelleren.
Of dat praatjes zijn, weet ik niet. Ik stel wel vast dat het Vlaamse onderwijs nog niet aan de beterhand is. Integendeel. Ondanks alle inspanningen om het STEM-onderwijs te stimuleren – waarvoor ook het bedrijfsleven vragende partij is – neemt de populariteit van die belangrijke wetenschappelijke, technologische, technische en wiskundige richtingen verder af.
Van Damme legt de schuld bij de zesjescultuur, de mentaliteit dat het allemaal niet te veel moeite mag kosten. Wat denk jij, Alain? Zijn we te gemakzuchtig geworden? Wat moet volgens jou gebeuren om de kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen en in Franstalig België op te krikken? Onze toekomst staat op het spel.
Wim
Wim Van de VeldenWetstraatwatchers Wim Van de Velden van De Tijd en Alain Narinx van onze zusterkrant L’Echo schrijven om de beurt over de politieke actualiteit in ons land. De column verschijnt elke donderdag in beide kranten.
Verschenen in De Tijd, 13 april 2023
https://www.tijd.be/dossiers/noord-zuid-verbinding/onze-toekomst-staat-op-het-spel/10460063.html