Er was ooit een boot die zonk. Het orkest op die boot bleef spelen. Het werd het symbool van struisvogelkoppen in het zand. Van wegkijken van evidente problemen. Vandaag speelt een orkest op de zeebodem. De leesvaardigheid van Vlaamse kinderen is gezonken. Nergens lezen Europese kinderen nog slechter dan hier. Geen land zonk sneller.
Voor de vijfde keer werd het vijfjaarlijkse PIRLS onderzoek (Progress in International Reading Literacy Study) uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar vaardigheden begrijpend lezen, afgenomen in het vierde leerjaar. Een half miljoen kinderen namen deel, in maar liefst 57 landen. Hier: net geen 7.000 kinderen uit bijna 200 scholen, in de lente van 2021.
Na de vorige afname in 2016 schreef ik dit opiniestuk ook al. We waren toen namelijk de sterkste daler. Onze 10-jarige kinderen hadden toen meer dan een half jaar (!) langer nodig om even goed te kunnen lezen als de kinderen van 2006. Een half jaar vertraging. Opgelopen in slechts 4 jaar schooljaren lager onderwijs. met dezelfde kinderbreinen. Het was toen, en nu nog steeds, hallucinant. En wat blijkt nu? We hebben er nog vier maanden leervertraging bijgedaan. Kinderen kunnen dus nu pas in de Paasvakantie van het vijfde leerjaar evengoed lezen als de kinderen van 2006 op het einde van het vierde leerjaar. Sedert 2006 zakte niemand sterker. En we houden geen spatje reserve meer over. Geen ènkel Europees land doet nog slechter. De kinderen in Tsjechië, Bulgarije, Slovenië en Cyprus lezen dus echt beter dan de Vlaamse. En terwijl we 5 jaar geleden nog amper Frankrijk en Malta achter ons hielden, hebben die ons nu ook voorbij gestoken.
Ja, er was Corona. En de meeste landen gaan er in deze moeilijke periode op achteruit. Maar bijna niemand zo hard als wij. Eigenlijk enkel onderwijswalhalla Finland en Nederland. En er zijn ook landen die tijdens Corona amper bewogen, zoals Engeland of Frankrijk. Het aantal leerlingen dat zelfs het allerlaagste leesniveau niet haalt is op vijf jaar tijd verdubbeld tot 6%, het zesdubbele van 2006. Bijna 1 leerling op drie haalt niet het leesniveau dat men nodig heeft om zich in de samenleving te kunnen engageren. Ook de groep leestoppers is meer dan gehalveerd sedert 2006. Het aantal gewone goede lezers is sedertdien bijna gehalveerd tot 29%.
Het zijn duizelingwekkend dramatische cijfers. Met de gekende verbanden: een thuistaal die niet de schooltaal is, is een ernstige risicofactor. En die leerlingen zijn veel talrijker dan elders: maar liefst 48%. Maar het is niet enkel, en zelfs niet vooral dat: alle kinderen gaan achteruit. Vaak lezen helpt. Oefening baart kunst. Men valt er niet steil van achterover. En misschien zelfs niet meer van deze slechte resultaten. Wie tegen een ijsschots vaart, zinkt. Het is ook al het zoveelste onheilsbericht.
Maar wat is wel wraakroepend? Dat het orkest ook onder water nog steeds verder speelt. Er zijn geen Europese landen meer om ons in te halen. De zeebodem is bereikt. Maar deze opeenvolging van alarmsignalen heeft de voorbije jaren niets wezenlijk veranderd in ons onderwijs. We doen wat we doen, we blijven het doen, en hopen dat de uitkomst ooit miraculeus verandert. Waanzin. Waar blijt het actieplan begrijpend lezen? Het reddingsplan wiskunde of Frans, even erg gesteld? Vraag het aan de leraars van uw kinderen: ze zullen het niet weten, want het is er niet. Surf naar de websites van onze onderwijsverstrekkers. Er is gewoon géén plan. We doen gewoon voort. Steeds meer overtuigd van het eigen gelijk. Met dezelfde onderwijsvernieuwingen, die leraren tot wanhoop drijven, en nu al dertig jaar op dezelfde ouderwetse manier modern zijn. Die niet blijken te werken, waarna enkel geconcludeerd wordt dat je het méér moet doen.
Ondertussen gaat het ook veel te weinig om leren: er wordt steeds minder tijd besteed aan lezen en cognitieve basisvaardigheden. Elk maatschappelijk probleem komt in het mandje van het onderwijs terecht, behalve leren tellen en lezen. Hoe meer opvoeding en zorg het onderwijs overnemen, hoe meer leren een hobby voor de ouders wordt. Met nefaste gevolgen voor sociale mobiliteit. Leraren die wilden lesgeven zoeken een andere job, waar dat wel kan. Toen de slechte PIRLS resultaten vijf jaar geleden verschenen kopte een krant “als onze kinderen maar gelukkig zijn”. Alsof laaggeletterdheid gelukkig maakt. De mentale gezondheidsepidemie bij onze jongeren is geen reden om minder te leren, maar net méér. Cognitieve ontwikkeling is cruciaal voor mentale verkracht.
Ook nu weer zal het onderwijs zelf wijzen naar politiek. Terwijl de pluimen op de onderwijshoed altijd 10 jaar na het beleid komen. En de vlekken van vandaag die van het stormweer van vroeger zijn. Men kan deze minister bezwaarlijk verwijten dat hij taal en Nederlands niet belangrijk vond. We kregen deze legislatuur de taalscreening met de koalatest, het uitstekende Leesoffensief, de Vlaamse Toetsen die ook op Nederlands focussen, de oprichting van de stichting Leerpunt, om wetenschappelijk onderbouwde inzichten en didactiek naar het klaslokaal te brengen. Uitstekende initiatieven.
Maar waar wordt onderwijs écht gemaakt? In de klas. Door leraren. Met boeken. Vlaanderen kent een uitzonderlijke vrijheid van onderwijs. Onderwijsverstrekkers hebben een quasi ongelimiteerde vrijheid om een derde van alle Vlaamse belastingsgeld te besteden. Zelfs het opleggen van de minima is ons parlement door het Grondwettelijk Hof niet gegund. Het wordt tijd dat die vrijheid dient waarvoor hij in de grondwet geschreven werd: voor ouders en kinderen. De vrijheid van onderwijs die kinderen niet leert lezen is geen vrijheid. Noch is het onderwijs. Men kan niet voor alles bevoegd zijn maar voor niets verantwoordelijk. Onderwijs wordt niet in het parlement gemaakt, maar in de klas. Doe er iets aan. Ik schreef hier bijna achter “godverdomme”. De welvaart en het geluk van onze kinderen wordt te grabbel gegooid. De rest van de wereld vaart rustig verder, en zal zich amper afvragen wat die luchtbellen zijn. De trompet die zelfs vanop de zeebodem hetzelfde liedje blijft spelen?