Bart Haeck Femke Van Garderen 27 augustus 2022 01:00
Ook al heeft Vlaanderen er bovengemiddeld veel, toch start het schooljaar met een historisch lerarentekort. En dat terwijl de onderwijskwaliteit al even achteruitholt.
Zal mijn kind vanaf 1 september alle lessen krijgen? Of zit het straks weer vooral op de speelplaats of in de studie? Door het lerarentekort stellen steeds meer ouders de vraag. Veel scholen moeten het antwoord schuldig blijven. Wat zeker is: vlak voor de start van het nieuwe schooljaar wordt de luxueuze onderhandelingspositie van Vlaamse leerkrachten duidelijk. Door de schaarste hebben velen meerdere ijzers in het vuur zodat ze last minute voor het beste aanbod kunnen gaan.
Pieter Vyncke, de directeur van het Bernarduscollege in Oudenaarde, begon een dikke maand geleden met een gerust gemoed aan zijn vakantie. Alle vacatures waren ingevuld. Maar deze week liepen de telefoontjes binnen. ‘Naast twee zieke collega’s zijn er ook twee die ineens een job dichter bij huis hebben gevonden.’ Met lap- en tapwerk hou je de boel draaiend, maar je realiseert geen pedagogisch project.
Ook bij Don Bosco in Halle zijn er onverwacht acht vacatures. Vorige maandag belden plots twee leerkrachten wetenschappen, van wie een met 25 jaar dienst, af. Ook onder hen zijn er die elders een aantrekkelijker lespakket vonden.
Eenzelfde verhaal bij de Unescoschool in Koekelberg, waar vorige week nog een leerkracht lager onderwijs vertrok. ‘90 procent van onze leerkrachten pendelt vanuit het Vlaams Gewest naar hier. Het is almaar moeilijker hen te houden, omdat ze onder de kerktoren ook werk vinden. Ze kunnen dan met de fiets naar school, zonder de files en de hoge brandstofprijzen’, zegt directeur Guray Turkistan.
Directeur voor de klas
Precieze cijfers over het lerarentekort ontbreken, maar alle trends tonen aan dat het probleem groter wordt. Eind juli stonden bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) 2.400 vacatures open voor leerkrachten, dubbel zoveel als een jaar eerder. Pedagoog Pedro De Bruyckere lanceert via Teacher Tap Vlaanderen geregeld enquêtes onder leerkrachten: een jaar geleden zei 27 procent dat op hun school alle posities waren ingevuld, nu is dat 22 procent.
Data-analyse van De Tijd toont hoe krap de arbeidsmarkt is. Waren er in juli 2018 nog zes kandidaten voor één vacature in het kleuter- of lager onderwijs, dan is dat gemiddelde in juli 2022 teruggevallen tot één kandidaat. Diezelfde zorgwekkende trend tekent zich af in het secundair onderwijs. Geografisch scoren Oost-Vlaamse regio’s – Gent, Sint-Niklaas en Aalst – het slechtst, gevolgd door Antwerpen. Brussel zit niet in de VDAB-cijfers.
‘Je hebt hoe langer hoe minder keuze’, bevestigt Vyncke. Hij organiseerde in mei vorig jaar nochtans een jobbeurs op zijn college om cv’s te sprokkelen. 200 mensen kwamen erop af. Maar vandaag levert hem dat weinig op. ‘Voor enkele vacatures heb ik effectief maar één sollicitant gezien. Gelukkig waren dat goede profielen.’
Er zijn ook scholen waar het aantal kandidaten op nul staat. In de gemeentelijke basisschool Sint-Joost-aan-Zee in Sint-Joost-ten-Node heeft directeur Lies Rubbens nog altijd geen leerkracht voor een vijfde en zesde leerjaar. Op de twee vacatures die ze twee maanden geleden online zette, reageerde niemand. ‘We zien geen andere oplossing dan twee klassen samen te voegen tot een groep van 40 leerlingen.’
In de Kleine Geuzen, een basisschool in Jette, maakt directeur Greetje Smekens zich op om vanaf januari 2023 zelf les te geven aan het zesde leerjaar als ze geen zwangerschapsvervanging vindt.
In de enquêtes van De Bruyckere gaf een kleine helft in mei al aan dat de sfeer tussen collega’s gespannen wordt. Vier op de tien zeiden dat de klasgroepen groter worden, een op de vijf geeft meer lesuren. Een op de zeven zei dat gepensioneerde leerkrachten opnieuw voor de klas stonden.
Meer medewerkers per leerling
Vanwaar komt dat lerarentekort? Een deel van het antwoord is dat zowat elke werkgever vandaag met rekruteringsproblemen kampt. Ook in het buitenland is dat zo: in Den Haag kondigden zes lagere scholen deze maand aan dat ze in september wegens gebrek aan leerkrachten maar vier dagen per week lesgeven. Op de vijfde dag is er thuisonderwijs.
Een ander deel van het antwoord is dat het Vlaamse onderwijs almaar meer mensen zoekt. Er gaan 1,2 miljoen kinderen naar Vlaamse kleuterklassen, lagere scholen en middelbare scholen. Twintig jaar geleden, in het schooljaar 2002-2003, waren dat er 100.000 minder.
Bovendien worden per leerling meer medewerkers gezocht. Scholen kunnen een reservepoule van leerkrachten aanwerven, krijgen ondersteuning voor de directie, extra mensen voor kinderverzorging, coaching voor beginnende leerkrachten en onderwijsondersteuning en er zijn drie uren per week extra vrijstelling voor vakbondswerk. Voor de Unescoschool in Koekelberg betekent dat in twee jaar tijd bijna zeven voltijdse jobs. Vaak gaat het om mensen die voor de klas hebben gestaan of kunnen staan.
‘Al die ondersteuning en begeleiding is welkom,’ zegt Turkistan, ‘maar de beste garantie op kwaliteit in het onderwijs is nog altijd een onderwijzer voor de klas. Wat ben ik met ‘aanvangsbegeleiding’ voor een beginnende leerkracht als die leerkracht niet eens het goede diploma heeft? We zijn op een arbeidsmarkt met een tekort aan leerkrachten de mensen nog aan het wegtrekken van de klas.’
Vyncke merkt op dat jobs waarbij je niet voor de klas moet staan wel populair zijn. ‘Voor een leerlingenbegeleider had ik keuze tussen meer dan 100 kandidaten. Dat waren wel vooral mensen met een achtergrond in pedagogie of psychologie.’
Veel tussenstructuren
In het onderwijs werken dus best veel mensen. Vlaanderen telt één leerkracht per 8,4 leerlingen, zegt cognitief psycholoog en onderwijsexpert Wouter Duyck. In de OESO-landen is dat gemiddeld 9,2 kinderen. Maar veel van die mensen staan niet voor de klas. Ze werken in de tussenstructuren, die dan nog eens per onderwijskoepel zijn opgesplitst. ‘Zelfs voor de leerlingenbegeleiding is dat zo’, zegt Duyck. ‘Daardoor kan een scholier bij ons dus blijkbaar lijden aan katholieke dyslexie of aan vrijzinnige dyslexie’.
En daar houdt het verhaal niet op. Ook de leerkrachten die voor de klas staan, doen dat gemiddeld 11 procent uren minder dan in de OESO-landen. Dat komt omdat ze ook bezig zijn met andere zaken, zoals schoolmaaltijden, zorgtrajecten, deradicaliseringsprojecten of het administratief bijhouden van al hun contacten met leerlingen.
Het laat toe enkele dingen in perspectief te zetten: het Vlaamse onderwijs telt 140.000 personeelsleden. Zelfs als de VDAB-cijfers een onderschatting zijn, ligt het lerarentekort wellicht niet veel hoger dan drie procent van de totale beroepsgroep. ‘Moesten leerkrachten dus gewoon evenveel uren lesgeven dan elders in de OESO-landen, heb je het probleem drie keer opgelost’, concludeert Duyck. Het is almaar moeilijker leerkrachten te houden. Ze vinden onder de kerktoren ook werk, en daar kunnen ze met de fiets naar school.
Guray Turkistan Directeur van de Unescoschool in Koekelberg
Een gelijkaardige redenering is te maken voor de uitval van leerkrachten. Jaarlijks geven 3.700 leerkrachten, van wie 2.000 starters, er tijdens het schooljaar de brui aan. Verminder dat met een derde en het probleem is in enkele jaren opgelost. Want hoe nerveus de laatste week voor het schooljaar qua rekrutering ook mag zijn, schooldirecteurs liggen nog het meest wakker van uitvallende leerkrachten tijdens het jaar.
Af en toe lukt het daarop te anticiperen. Sven Moens is directeur van Paviljoen- Schaarbeek, een relatief nieuwe basisschool. Hij zegt erin te slagen voor elke klas van 25 leerlingen in het lager standaard twee voltijdse leerkrachten in te zetten. ‘Die coteaching is een win-win. Als iemand een paar dagen ziek valt, maar ook als dat langer is en je vervanging moet zoeken. Mensen worden soms afgeschrikt door de taaklast, maar hier weet je zeker dat je die kan verdelen.’
In Oudenaarde heeft Vyncke iemand voor wie hij maar een tijdelijke opdracht Frans had toch werk aangeboden tot het einde van het jaar. ‘Die dame zal in haar andere uren secretariaats- en toezichtswerk doen, maar meteen schakelen als iemand in de klas moet worden vervangen. Ik weet niet zeker of dat nodig zal zijn voor Frans, maar ik acht die kans het grootst.’
Lasten en ergenissen
Hoe moet het verder? Verhinderen dat jaarlijks duizenden leerkrachten de school de rug toekeren, zou het snelst resultaat opleveren. Volgens Duyck ligt een grote verantwoordelijkheid bij de koepels. Gevraagd waarom leerkrachten er de brui aan geven, komen er klachten over administratieve lasten, versnipperde uren en kleine ergernissen.
Op langere termijn is het echter nodig de dalende respons op vacatures te keren. Daarvoor is volgens Duyck een grondige hervorming nodig. ‘Leerkrachten zijn vastbenoemd en hun loon ligt vast. Hun vergoeding is op geen enkele manier geconnecteerd met de resultaten die ze boeken, en dan zijn we verbaasd dat het niet werkt.’ Hij stelt ook voor leerkrachten niet langer vast te benoemen bij een school, maar bij het Vlaams departement Onderwijs, zodat meer flexibiliteit mogelijk wordt. 8,4 Vlaanderen telt één leerkracht per 8,4 leerlingen. In de OESO-landen is dat gemiddeld 9,2 kinderen.
Ook op het terrein ontstaan ideeën. Directeurs van het basisonderwijs vroegen in een open brief om de lonen op te trekken voor wie voltijds werkt en elke leraar een assistent in de klas te geven, zodat ze de taken kunnen verdelen. Ze willen ook dat carrièreswitchers tot twintig jaar anciënniteit kunnen meenemen naar het onderwijs in plaats van tien. Koen Pelleriaux, de topman van het gemeenschapsonderwijs, pleitte dan weer voor grotere klasgroepen en leerkrachten uit de privésector die het ambitieniveau in het onderwijs moeten opkrikken, en kwam deze week in een storm van kritiek terecht.
Op het kabinet van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zeggen ze alle zeilen bij te zetten om meer mensen naar het onderwijs te halen. Ze vinden dat ze met tal van maatregelen al betere arbeidsomstandigheden en meer ruimte voor kerntaken hebben gecreëerd. ‘We beseffen dat er nog meer moet gebeuren. Daarom gaan we de lerarenopleiding versterken, de administratieve lasten terugdringen en de uitstroom bij beginnende leerkrachten aanpakken’, klinkt het.
‘Gedoopt zijn volstaat’
Zolang het probleem niet is opgelost, blijft het improviseren met grotere klassen, videolessen, zelfstudie, springuren en invallers. Dat komt boven op de al jarenlange zorgen over de tanende kwaliteit van het Vlaamse onderwijs. Voor de zomer bleek uit peilingtoetsen bij ruim 6.000 zesdejaars dat het wiskundeniveau nog lager ligt dan vijf jaar geleden. En ook op leesvaardigheid scoort Vlaanderen in de internationaal vergelijkende PISA-toetsen almaar lager. Het antwoord ligt deels bij slimmere leerkrachten, leert een studie van Amerikaanse en Duitse academici uit 2018. Hoe cognitief sterker de leraar is, hoe beter de leerprestaties van de kinderen zijn.
‘Als het voor een heel schooljaar is, onderzoek ik de competenties van de kandidaten ten gronde en ben ik niet bereid de eerste de beste te nemen’, zegt Barbara Himpens, directeur van het Ensorinstituut in Oostende, waar twee vacatures open staan. ‘Op korte termijn ben je misschien gedepanneerd, maar op lange termijn kan je in de problemen komen. Stel dat je een jaar samenwerkt met een leerkracht die onvoldoende functioneert, dan bestaat het risico dat je er daarna aan vasthangt, omdat die op weg is naar een vaste benoeming.’ Het blijft dus zoeken. ‘We worden opnieuw gedwongen tot lap- en tapwerk. Daarmee hou je de boel draaiende, maar je realiseert geen pedagogisch project.’
Op een korps van 240 leerkrachten waren er bij Don Bosco in Halle vorig jaar 20 die zonder pedagogisch diploma aan de slag waren. Voor godsdienst heeft directeur Ludwig Vlogaert vandaag nog twee vacatures openstaan. ‘Op dit moment volstaat het om gedoopt te zijn. Je krijgt dan, eens je begint, een opleiding. De vraag is natuurlijk of we zo genoeg kwaliteit bieden. Daar maak ik me zorgen over.’
Verschenen in De Tijd, 27 augustus 2022, https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/vlaanderen/we-zullen-toch-twee-klassen-moeten-samenzetten/10409940.html