De frustratie van Wouter Duyck loopt op. In een langer stuk over de teruglopende kwaliteit van ons onderwijs viel de Gentse cognitief psycholoog – de luidste opiniemaker in het Vlaamse onderwijsdebat – scherp uit: ‘Ik zou het niet erg vinden mochten er nieuwe, private initiatieven komen’, zei hij zaterdag in de krant De Tijd . ‘Want het katholieke en het gemeenschapsonderwijs, die het grootste marktaandeel hebben, lijken niet met de oplossing te komen. Misschien verandert dat met meer concurrentie.’
Je moet al erg boos zijn op de onderwijskoepels als je inschrijvingsgelden van tienduizenden euro’s begint te verwelkomen. Dat is in dit land een gangbaar tarief voor een privéschool. In hetzelfde stuk geeft Duyck wat later zelf toe dat de instap van ‘industriëlen’ in de onderwijsmarkt de ongelijkheid alleen maar groter zou maken. Dat lijkt hem niet te hinderen. Een flinke toename van de ongelijkheid, het is een prijs waar een deel van de Vlaamse elite al lang niet meer mee inzit.
De kritiek van Duyck is niet los te zien van de aanval die het katholieke én het gemeenschapsnet samen lanceerden, eerder vorige week. De topmannen Lieven Boeve en Koen Pelleriaux gingen in een opiniestuk in De Standaard met twee voeten vooruit tegen Ben Weyts, Vlaams minister van Onderwijs. Weyts, een medestander van Duyck (in plaats van omgekeerd, zo lijkt het soms), zou zich veel te weinig aantrekken van het lerarentekort. ‘Vreemd genoeg’, schrijven ze, ‘blijkt de urgentie van het lerarentekort niet door te dringen op politiek niveau.’
Die alarmkreet kwam geen dag te vroeg. De lijdzaamheid van de Vlaamse regering doet al weken de wenkbrauwen fronsen. Waarom pakt Weyts niet door? Waar wacht hij op? Waarom komt er geen New Deal voor onze leraren, en dan liefst vandaag nog? Talloze klassen blijven achter zonder lesgevers, maar de minister morrelt een beetje in de marge. De kwaliteitsproblemen zijn reëel en acuut, dat bewijst elk nieuw onderzoek naar de kennis van wiskunde of begrijpend lezen.
Maar het gebrek aan leraren is vandaag nog urgenter: een minder goede leerkracht is erg, géén leerkracht is erger. Dat begrijpt het kleinste kind, zelfs als het in Vlaanderen naar school gaat.
Toch is het ronduit unfair van de koepels om het lerarentekort helemaal op het conto van deze minister te schrijven. Welke kansen hebben de koepels de afgelopen tien jaar zelf laten liggen? En waarom wijzen ze pas naar de minister als het al veel en veel te laat is? De waarheid over het lerarentekort is dat het in de eerste plaats een kwestie van demografie is, en dat we het tekort al jaren geleden zagen aankomen. De uitstroom van leraars die met pensioen gaan is moeilijk om op te vangen, maar was voorspelbaar.
De frustratie van Wouter Duyck loopt op. In een langer stuk over de teruglopende kwaliteit van ons onderwijs viel de Gentse cognitief psycholoog – de luidste opiniemaker in het Vlaamse onderwijsdebat – scherp uit: ‘Ik zou het niet erg vinden mochten er nieuwe, private initiatieven komen’, zei hij zaterdag in de krant De Tijd . ‘Want het katholieke en het gemeenschapsonderwijs, die het grootste marktaandeel hebben, lijken niet met de oplossing te komen. Misschien verandert dat met meer concurrentie.’
Je moet al erg boos zijn op de onderwijskoepels als je inschrijvingsgelden van tienduizenden euro’s begint te verwelkomen. Dat is in dit land een gangbaar tarief voor een privéschool. In hetzelfde stuk geeft Duyck wat later zelf toe dat de instap van ‘industriëlen’ in de onderwijsmarkt de ongelijkheid alleen maar groter zou maken. Dat lijkt hem niet te hinderen. Een flinke
toename van de ongelijkheid, het is een prijs waar een deel van de Vlaamse elite al lang niet meer mee inzit.
De kritiek van Duyck is niet los te zien van de aanval die het katholieke én het gemeenschapsnet samen lanceerden, eerder vorige week. De topmannen Lieven Boeve en Koen Pelleriaux gingen in een opiniestuk in De Standaard met twee voeten vooruit tegen Ben Weyts, Vlaams minister van Onderwijs. Weyts, een medestander van Duyck (in plaats van omgekeerd, zo lijkt het soms), zou zich veel te weinig aantrekken van het lerarentekort. ‘Vreemd genoeg’, schrijven ze, ‘blijkt de urgentie van het lerarentekort niet door te dringen op politiek niveau.’
Die alarmkreet kwam geen dag te vroeg. De lijdzaamheid van de Vlaamse regering doet al weken de wenkbrauwen fronsen. Waarom pakt Weyts niet door? Waar wacht hij op? Waarom komt er geen New Deal voor onze leraren, en dan liefst vandaag nog? Talloze klassen blijven achter zonder lesgevers, maar de minister morrelt een beetje in de marge. De kwaliteitsproblemen zijn reëel en acuut, dat bewijst elk nieuw onderzoek naar de kennis van wiskunde of begrijpend lezen.
Maar het gebrek aan leraren is vandaag nog urgenter: een minder goede leerkracht is erg, géén leerkracht is erger. Dat begrijpt het kleinste kind, zelfs als het in Vlaanderen naar school gaat.
Toch is het ronduit unfair van de koepels om het lerarentekort helemaal op het conto van deze minister te schrijven. Welke kansen hebben de koepels de afgelopen tien jaar zelf laten liggen? En waarom wijzen ze pas naar de minister als het al veel en veel te laat is? De waarheid over het lerarentekort is dat het in de eerste plaats een kwestie van demografie is, en dat we het tekort al jaren geleden zagen aankomen. De uitstroom van leraars die met pensioen gaan is moeilijk om op te vangen, maar was voorspelbaar.
De tweede waarheid is dat niemand er echt iets wezenlijks aan heeft gedaan de afgelopen jaren. Niet de vorige onderwijsministers Pascal Smet (Vooruit) en Hilde Crevits (CD&V), niet huidig minister Weyts, en ook niet de koepels zelf. Het viel op dat Boeve en Pelleriaux vlak na hun uitval tegen Weyts op de proppen kwamen met voorstelletjes die voortbouwden op maatregelen die de laatste tijd al waren doorgevoerd. Door Weyts.
Het is bekend: ook de Vlaamse regering heeft al een tijdje geen overschot meer op de begroting. Gevoelige loonsverhogingen voor onderwijzers zitten er dus niet meteen in. Het enige wat de minister en de koepels snel kunnen fiksen, is de leraar zijn autonomie teruggeven. Minder administratie, minder planlast, minder controledrift: het is wat zo veel leerkrachten, niet het minst de strafste docenten, al jaren vragen. En het is de enige maatregel die niet meteen een gat in de begroting slaat.
Finaal zal ook dat niet genoeg zijn om de job opnieuw aantrekkelijk genoeg te maken. Dat zal uiteindelijk wel degelijk geld kosten, dat van elders in de Vlaamse begroting zal moeten komen. Maar laat in de tussentijd het gekissebis verstommen. De leerlingen die deze maand voor Frans, wiskunde of elektriciteit geen examen kunnen afleggen hebben aan de ruzies geen boodschap.
De leraarskamer staat in brand. Het is hoog tijd om in het Vlaams onderwijs in te grijpen, onmiddellijk en doortastend. Geen zelfbediening van de elite met dure privéscholen, maar een sterk plan van de overheid. Niet alleen Ben Weyts maar de hele Vlaamse regering zal er op afgerekend worden.
BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack. ■
Verschenen in Knack, 15 juni 2022, PDF