Op veel lagere scholen zijn er grote problemen door de strenge test- en quarantaineregels. Die dwingen zelfs kinderen zonder symptomen en zonder positieve test thuis te blijven. Op de secundaire scholen testen leerlingen
en leraren – bijna altijd gevaccineerd en dus goed beschermd – vaak zonder ziek te zijn positief op de besmettelijke omikronvariant. Dat leidt tot een onvoorspelbare chaos en een voortdurend wisselende mix van hybride, afstands- en campusonderwijs. Men volgt de les. Of niet. Op school. Of niet. Gisteren niet. Vandaag wel. Tot de sms tussen de middag. Het is amper bij te houden.
Er zijn geen cijfers die toelaten uitspraken te doen over hoeveel er op dit moment geleerd wordt, maar de signalen
klinken eenduidig: scholen zijn bezig met overleven en komen niet meer aan leren toe. De regelmaat, de discipline en de rust die nodig zijn om te leren ontbreken. De beleidskeuze om scholen open te houden was wijs. Internationaal onderzoek toont dat het een sterke beschermende factor was tegen leervertraging.
Vandaag lijken de regels om de scholen open te houden echter niet toe te laten dat op een aanvaardbare manier te
doen. Scholen kiezen op korte termijn beter voor gepland afstandsonderwijs dan voor weken hybride aanmodderen. Maar die parachute mag niet te lang gebruikt worden, aangezien we weten dat we sommige kinderen daarmee niet goed bereiken. Voor lagere scholen is het bovendien geen optie.
Men mag de gevolgen niet onderschatten. Voor corona liepen onze leerlingen al een half jaar leervertraging op in vergelijking met het jaar 2000. In 2020 kwam daar een half jaar vertraging bij. Verder onderzoek van Kristof De Witte, onderwijseconoom aan de KU Leuven, toonde dat we dat in 2021 niet ingehaald hebben. Veel kinderen missen weer elke dag uren les of zelfs weken school, zonder ziek geweest te zijn. Leraren kunnen niet meer
bijhouden wie wat gevolgd heeft en waar bijgespijkerd moet worden. De leerprocessen worden gehinderd. De schade die we in dit derde verstoorde schooljaar op rij oplopen dreigt die van 2020 te benaderen en te versterken. En dat in een land waar bijna iedereen gevaccineerd is en er aanwijzingen zijn dat de zorg niet (meer) zal instorten.
Veel andere evoluties zijn bij onze vaccinatiegraad niet meer te verwachten. Dan is het herstel van een fundamenteel kinderrecht noodzakelijk.
Sciensano meldde dat de helft van alle lagereschoolkinderen antistoffen had voor de start van deze golf. Zelfs met een torenhoge ratio positieve tests bij de anderen houdt dat in dat voor het merendeel van de kinderen een verbanning van school overbodig was. We zien in ons land net als in de landen die ons voorgingen dat de
verhouding tussen het aantal besmettingen en de hospitalisaties op de intensieve zorg sterk verbeterd is.
1 procent van wie besmet raakt, belandt in het ziekenhuis, berichtte Tom Wenseleers, biostatisticus
aan de KU Leuven. ‘Een fractie van wat het was.’ De steile omikroncurves leiden dus niet tot problemen in de zorg – al zal daar over enkele dagen wellicht meer zekerheid over zijn. Als die vaststelling bevestigd wordt, gaat men het
best over tot de voorbereiding van soepeler testen quarantaineregels in het onderwijs. De ramen
staan open, de maskers zijn opgezet, maar alleen op school zijn refters nog dicht, de bubbels
intact en de sociale activiteiten afgevoerd.
Ondertussen moet men aan de digitale toekomst werken. Voor crisissituaties, maar ook voor normale tijden, om sommige leerlingen bij te staan of uit te dagen. Vier op de tien leraren gebruikten voor corona regelmatig ICT. In Denemarken waren dat er negen op de tien. De noodzakelijke overheidsinvestering in materiaal is er.
Het is nu aan de onderwijsverstrekkers om scholen op weg te helpen. Zomerscholen kunnen nuttig zijn voor leerlingen, maar ook voor leraren, om hen te helpen met het digitale onderwijs.
Laat ons ook het hoger onderwijs niet vergeten. Daar verliep de digitale omschakeling sneller en vlotter, waardoor de leervertraging grotendeels vermeden kon worden. Toch moet ook daar de sociale isolatie snel afgebouwd worden. Want er is één goed dat buiten elke economische en cognitieve waarde valt, een goed dat
schaars is en eindig: tijd. Je kan maar één keer 18 zijn. Alleen Marcel Proust kan op zoek naar de verloren tijd. Voor de rest is die voorbij, en komt hij nooit meer terug.
Verschenen in De Tijd, 21 januari 2022, PDF