Het rijk der vrijheid van Wouter Duyck | Geen digitale hogescholen en universiteiten (De Tijd)

We bevrijden ons uit de ketens van de pandemie, maar wat daarna? Wat kan anders, wat behouden we en wat komt beter nooit terug, vroegen we onze opiniemakers.

Het voorbije coronajaar vloeide ontzettend veel digitale inkt over ons leerplichtonderwijs. De pandemie maakte duidelijk dat we onze digitale infrastructuur, kennis en competenties de voorbije jaren te stiefmoederlijk behandeld hebben. In slaap gesukkeld, piekerend over de vele andere problemen van ons onderwijs. Ondertussen was er relatief weinig media-aandacht voor de bijna 300.000 studenten in ons hoger onderwijs die een jaar voor het computerscherm doorbrachten. Maar wat in september? Worden onze hogescholen en universiteiten virtuele instellingen? Nee. Zodra onze vertrouwde alternatieven weer beschikbaar worden zal het nieuwe normaal heel hard lijken op het oude normaal.

Dat lijkt misschien verrassend. Anders dan in ons leerplichtonderwijs verliep de digitale transitie in het Vlaamse hoger onderwijs immers verbazend goed. Er waren veel inspanningen nodig van het ondersteunend personeel, de docenten en zelfredzame studenten. Maar het werkte: bijna alle leeractiviteiten en examens gingen coronaproof door. En terwijl het leerplichtonderwijs

maanden leervertraging moest vaststellen tonen de eerste analyses voor het hoger onderwijs dat de digitale transitie geen negatieve effecten op de leerprestaties had. Onderzoek toont dat dat wellicht te maken had met betere spreiding van de leerinspanningen. De negatieve gevolgen werden bijna uitsluitend op motivationeel en emotioneel vlak duidelijk: studenten deden wat moest en slaagden daar ook in, maar hadden het zwaar. Ze waren minder gemotiveerd en leden onder de sociale isolatie.

Dat verklaart waarom ons Rijk der Vrijheid geen digitale hogescholen en universiteiten zal hebben. Onderwijs is mensenwerk, en de belangrijkste breedband is die van het sociale netwerk. Het werkte omdat er geen alternatief was, maar niet van harte: afstandsonderwijs zal nooit de campus vervangen. Dat wisten we al. In 1728 probeerde Caleb Phillips het met een cursus stenografie via de post. In 1922 organiseerde de Penn State University cursussen via de radio, en in de jaren 50 werd televisie er voor het eerst voor gebruikt. De gebrekkige technologie speelde parten. Voor echte hoop was het wachten op de komst van het internet.

Ontnuchterend

In 2008 ontstond de eerste grote onlinecursus (MOOC) aan de University of Manitoba. Grote, gereputeerde spelers volgden, zoals Harvard en MIT in 2012 met hun edX-platform, dat 12 miljoen studenten aantrok in de eerste zes jaar. De opzet was veelbelovend: waarom nog lokaal een opleiding volgen als je terechtkan bij de beste proffen ter wereld? Het materiaal was uitstekend, gemaakt met middelen waarvan we hier alleen kunnen dromen. Men zou nieuwe markten aanboren, vooral bij minder gegoede jongeren.

De resultaten waren ontnuchterend: de helft van de inschrijvers bekeek

de cursussen nooit en mensen haakten af. Uiteindelijk vervolledigde minder dan 10 procent waar ze aan begonnen waren. Bijna niemand kwam een jaar later terug. Een moeilijke start dacht men, maar de cijfers werden elk jaar slechter. Het bleek vooral te werken voor wie sociaal weerbaar en hoogopgeleid was – in tegenstelling tot wat men hoopte. Eind 2018 volgde de edX-betaalmuur. De CEO van Coursera, dat 2.000 opleidingen aanbiedt in samenwerking met 140 universiteiten, verklaarde dat de ontwikkeling van succesvol online-onderwijs evenveel kost als campusonderwijs.

De beste mensen ter wereld zijn er dus niet in geslaagd afstandsonderwijs van de grond te krijgen. En dus zullen ook onze instellingen niet volledig digitaal worden, ook al is dat model potentieel even effectief. De digitalisering die we nodig hebben is er een die de nieuwe technologie integreert met wat bestaat in plaats van het te vervangen. Dan zijn er wel degelijk opportuniteiten: voor levenslang leren, voor kleinere kenniseenheden of microcredentials. Maar altijd met feedback, opvolging van vooruitgang – en dus personeel – én sociale interactie.

Disruptie klinkt goed in managementboeken, maar is een waardeloos model voor het onderwijs. De stabiliteit van onze cognitieve architectuur veroordeelt ons tot geleidelijkheid.

Verschenen in De Tijd, 23 juli 2021, PDF

Comments are closed.

Post Navigation