De Morgen: Werkzekerheid? Word archeoloog

De Morgen, Za. 10 Jul. 2021, Pagina 38

Diploma middelbaar op zak, maar nog geen flauw idee wat je na de zomer gaat doen? Wat studeer je het best als je zeker wilt zijn van een job? Zijn er ook sléchte keuzes? En hebben experts gelijk als ze je voorhouden: blok ’till you drop?

Wat levert studeren op?

Studenten die net ‘fok de blok’ riepen en hun cursussen ritueel verbrandden, zullen het niet graag horen, maar studeren loont. Letterlijk. Gemiddeld genomen levert elk studiejaar 7 procent meer loon op. Het is zowat de enige constante in elk universitair onderzoek: hoe hoger je geschoold bent, hoe glorieuzer je toekomstperspectieven. Qua richting zijn de grootverdieners al jaar en dag dezelfden: dokters, tandartsen, apothekers en burgerlijk ingenieurs hebben doorgaans de minste geldzorgen. Zij beginnen aan een brutoloon boven de 3.000 euro.

Jongeren lijken wel niet bijster veel bezig met de vette bonussen of bedrijfswagens die hun latere job kan opleveren. “Ze denken daar niet echt aan bij hun studiekeuze”, zegt Karel De Middeleir. Hij geeft op de Gentse universiteit elk jaar studieadvies aan een vijfhonderdtal studenten. “Voor jongeren die nog thuis wonen, speelt geld ook minder mee. De meesten stellen inhoudelijke vragen: ze willen weten welke richtingen het best aansluiten bij hun levensdoel en interesses.”

Langer studeren levert niet alleen een zwaarder loonzakje op, je raakt ook gewoon sneller aan een job. Bij de masterstudenten is er één jaar na het verlaten van de aula nog maar 3 procent op zoek naar werk. Onder jongeren die enkel een middelbaar diploma scoorden, zijn één jaar later nog rond de 10 procent van hen werkloos.

Hogere studies zijn ook steeds vanzelfsprekender. In het afgelopen decennium namen de inschrijvingen met meer dan een kwart toe. Bij de jonge dertigers heeft nu al bijna de helft een diploma van de unief of hogeschool op zak. Binnenkort zal dat meer dan de helft zijn. “Werkgevers zeggen graag dat ze naar vaardigheden, potentieel en competenties kijken”, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). “Maar als het erop aankomt, werven ze toch vooral aan op basis van het diploma.”

Dreigt er dan geen diploma-inflatie? Worden al die fraaie diploma’s geen vodje papier omdat elke twintigjarige ermee kan zwaaien? In de jaren 1970 verscheen in de Verenigde Staten The Overeducated American van Richard Freeman. Hij voorspelde dat al die miljoenen hoger opgeleide Amerikanen, vers van de schoolbanken, nooit allemaal een job zouden vinden.

Freeman kreeg ongelijk: de arbeidsmarkt kon al die jongeren probleemloos opslorpen dankzij de economische bloei. “Hoe meer hooggeschoolden er zijn, hoe lastiger het juist zal worden voor degenen die dat niet zijn”, zegt professor Ludo Struyven, hoofd van de onderzoeksgroep Onderwijs en Arbeidsmarkt (HIVA/KULeuven). “Zij worden dan de minderheid. En minderheden hebben het altijd moeilijker.”

Zijn er zombiejobs?

‘Zombielijsten’ of lijsten met jobs die op sterven na dood zijn, zijn verraderlijk. Economen en arbeidsmarktdeskundigen wagen zich er liever niet aan.

Professoren Carl Frey en Michael Osborne voorspelden in 2013 dat in Amerika bij 47 procent van de jobs de mens vervangen zou kunnen worden door een verbeterde versie bestaande uit chips en schroefjes. Vandaag de dag zijn de voorspellingen over de toekomstige robotisering en digitalisering van de economie al heel wat minder extreem.

Het is wel zeker dat er jobs zullen verdwijnen, maar het is even zeker dat er ook veel nieuwe jobs gaan bijkomen. Jobs die we ons nu nog niet eens kunnen inbeelden. Wie had twintig jaar geleden bijvoorbeeld gedacht dat geografen ‘dronedeskundigen’ of ‘software-ontwikkelaars’ zouden worden?

Ingo Buskens (24) streeft naar zo’n job die tot voor kort niet eens bestond. Hij is bezig met zijn master in geografie, na de lerarenopleiding aardrijkskunde en geschiedenis. “Mijn eerste plan was: ik volg nog een master zodat ik in het vijfde en zesde middelbaar les kan geven. Gaandeweg is me echter duidelijk geworden dat er in mijn vakgebied ook heel veel beroepen zijn met drones en satellieten. Elk groot bedrijf heeft tegenwoordig een geograaf in dienst.

“Op de lijst met stageplaatsen staan er meer dan honderd mogelijkheden. Voor mijn stage zou ik graag bij een groot bedrijf werken waar ze software ontwikkelen die kan voorspellen wanneer rivieren buiten hun oevers treden bij zware regen. Ik kan ook mee met een baggerschip naar Taiwan, dus het wordt nog een moeilijke keuze.

“Zo’n job zou ik stukken liever doen dan voor de klas te staan. Het loon is veel mooier en in een bedrijf kun je carrière maken, wat in een school toch eigenlijk niet mogelijk is. Ik heb geen specifieke IT-opleiding, maar die wordt geïntegreerd in onze master. Eerst leerden we online kaarten maken, nu gaan we steeds meer zelf programmeren.”

Sorry, beste boekhouders

De huidige verwachting is nu dat vooral de middengeschoolden zullen verdwijnen. Mensen met repetitieve of administratieve jobs. Denk aan boekhouders, wier werk nu al grotendeels door Tax-on-web wordt overgenomen. “Wanneer je de achterpoortjes in de fiscaliteit zoekt, heb je natuurlijk wel nog een boekhouder van vlees en bloed nodig”, lacht professor Baert.

Wanneer de jobs in het midden van de markt wegvallen, blijven slechts de boven- en onderkant over. De polarisatie, het lijkt wel de pest van deze tijd, zet zich dus ook door op de arbeidsmarkt. Simpel gezegd: de mensen die de machines uitdenken en zij die deze machines bedienen, zouden overblijven. Samen met de beroepen waarin menselijk contact, creativiteit en/of complexe handelingen nodig zijn.

Dokter Google of een app kan ons immers misschien wel wat inzicht bieden in die verlammende hoofdpijn, maar uiteindelijk verkiezen we toch het oordeel van een huisarts en een neuroloog. Idem voor diëtisten en hotelmanagers: daar willen we mensen zien, geen robots met een ijzeren gezicht en een metalen stem.

Het blijft echter hondsmoeilijk om te voorspellen welke jobs wel en welke er niet zullen overleven. “Zo blijven er altijd mensen nodig die voor onlineverkoop bij de Bol.coms, Amazons en Zalando’s van deze wereld goederen moeten uitzoeken en verpakken”, geeft Baert als voorbeeld. “Robots kunnen een deel van dat werk overnemen, maar niet helemaal. Die zullen constant tegen elkaar opbotsen.” De kans lijkt wel groot dat die minder gegeerde middengeschoolden een trapje lager zakken en de laaggeschoolden uit de markt duwen. Gevolg is dat de arbeidsmarkt nog ongelijker zou kunnen worden met een goedverdienende toplaag en een worstelende onderlaag.

STEM, zorg, onderwijs

Hier vallen geen grote primeurs te rapen. Wie echt op zeker wil spelen, moet een opleiding in STEM (Engels acroniem voor Science, Technology, Engineering en Mathematics), het onderwijs of de zorg volgen.

Amber Cobert (20) is net klaar met haar zevende jaar kinderzorg in het beroepssecundair onderwijs (bso). Ze is, zegt ze zelf, in de wieg gelegd om voor kinderen te zorgen: “Ik wist het altijd al”, lacht ze. “Mijn hart ligt bij kinderen.” Nog voor ze afgestudeerd was, had ze een job. “Eén dag na mijn diploma-uitreiking was ik al aan het werk bij ‘Het Nachtegaaltje’ in Sint-Amandsberg. Ik spring bij in drie verschillende groepjes of help een handje in een andere crèche. Die afwisseling is goed voor me, zo leer ik veel bij van andere kindjes, kinderbegeleidsters en ouders.

“Jarenlang was ik wel beschaamd om te zeggen dat ik bso volgde. Mijn klasgenoten en ik voelden ons minderwaardig omdat er op sociale media veel vuile opmerkingen staan over mensen in het bso. Onze leerkrachten hebben het er ingestampt dat wij wél veel waard zijn. Wij zijn nodig. Ík ben nodig. Corona heeft dat toch wel aangetoond? Mijn capaciteiten liggen misschien niet in de theorie, maar ik heb ook mijn sterktes. Je laat je kind toch niet zomaar ergens achter? De mensen moeten ons kunnen vertrouwen. Ik ga er alles aan doen om dat vertrouwen te verdienen.”

Doorbreek tradities

Vijftien jaar geleden schreeuwde de arbeidsmarkt al om zorgkundigen, ingenieurs en onderwijzers, en vandaag is dat dus niet anders. “De arbeidsmarktkrapte is terug van nooit weggeweest”, zegt Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V). “Doe vooral waar je passie ligt,

maar ontdek ook de mogelijkheden die er zijn. Doorbreek tradities. Hoewel steeds meer meisjes een STEM-opleiding volgen, zijn ze nog altijd in de minderheid en kiezen ze al te vaak niet voor een STEM-beroep. Durf die sprong te wagen.”

De cijfers gaan de goede richting uit, maar toch dreigen we in die technische richtingen de aansluiting met buurlanden te verliezen. In 2018 was 19% van de diploma’s in ons hoger onderwijs een diploma in wiskunde, wetenschappen of een technologische richting. Het Europees gemiddelde was 25%, in Duitsland ging het zelfs om 35%.

Buiten die klassiekers kun je best studierichtingen kiezen die met klimaat, energie of de circulaire economie vandoen hebben. Daar liggen de jobs zowat voor het oprapen. In de komende 15 jaar, zo blijkt uit een studie die Crevits bestelde bij consultancybureau Roland Berger, zullen er 30.000 nieuwe jobs in de basisindustrie nodig zijn, of 40 procent van het huidig aantal jobs in die branche, opdat Vlaanderen de klimaatdoelstellingen zou halen. Het gaat dan vooral om technici, ingenieurs, operatoren, maar ook verkopers en managers. Nog eens 76.000 jobs van de mensen die daar al werken, zullen zich moeten bijscholen.

In de circulaire economie groeide de werkgelegenheid de voorbij tien jaar al bijna drie keer zo snel als de rest van de arbeidsmarkt. Ruim 43.000 mensen zijn er nu aan de slag, over tien jaar zullen dat er nog eens 30.000 extra zijn. De ‘circulaire economie’ is een proper woord voor de afvalsector, de restauratie van gebouwen, tweedehandsverkoop, verhuur en leasing, maar ook voor onderhoud van auto’s en vrachtwagens.

Al die ‘nieuwe jobs’ zijn natuurlijk vaak gewoon oude jobs en dito opleidingen met een nieuwe invulling. “In Nederland is er een wildgroei aan opleidingen met sexy namen”, zegt professor Martin Valcke, hoofd van het Department of Educational Studies (UGent). “Wij zijn juist oersaai in onze beroepstitels en curricula. Maar dat geeft niet. Je moet opleidingen aanbieden die niet louter meesurfen op de hype van het moment.”

Zijn pas afgestudeerden bezorgd door corona?

Vorig jaar zat de schrik er veel meer in dan nu. Jongeren – murw van al die onlinelessen – waren toen veel banger dat ze niet aan de bak zouden raken. “De jongeren doken echter niet op in de werkloosheidsstatistieken, en de vraag is waarom,” zegt professor Struyven. “Er waren immers veel minder aanwervingen waar de jongeren onder leden.” Bleven zij langer studeren? Of bleven ze hangen in een job die ze eigenlijk niet wilden?

De volgende lichting studenten zal ook niet rustig haar cursussen kunnen dichtklappen en fluitend die droomjob vinden. Helaas. Meestal volgt de dip in de arbeidsmarkt pas één jaar na de dip in de economie. De jongeren die zich nu op de arbeidsmarkt begeven, hebben het dus niet beter getroffen dan hun soortgenoten van vorig jaar.

Baert: “De schrik zit er minder in, terwijl er meer redenen zijn om bang te zijn. Daar zit echt een paradox. Voor wie niet snel een job vindt, kan het hachelijk worden.”

Lara Heylen (18) is net klaar met haar studies Publiciteitsgrafiek in het beroepssecundair onderwijs en gaat volgend jaar in Antwerpen voor een academische bachelor ‘illustratie’. Beide richtingen scoren niet bijster hoog in de rankings met ‘jobs voor de toekomst’. Meer zelfs, de richting ‘Publiciteitsgrafiek’ wordt binnenkort gewoon geschrapt omdat ze niet genoeg aansluit bij de arbeidsmarkt. “Mijn klasgenoten zijn beginnen twijfelen aan hun studiekeuze door corona, maar ik niet”, zegt Lara. “Ik heb altijd mijn gevoel gevolgd. Ik weet dat het lang kan duren voor ik een job vind die me echt gelukkig maakt. Maar dat is een zorg voor later. Ooit hoop ik aan de slag te kunnen als illustrator in de media, in de reclame of boekenwereld. Mijn ouders zeiden eerst wel: ‘Oei oei oei Lara, gaat dat wel goed komen, in die studierichting? Maar ik heb hen mijn goede punten en mooiste tekeningen getoond en nu zijn ze helemaal bijgedraaid.”

Wanneer heb je de ware gevonden op de arbeidsmarkt? Alweer een netelige kwestie. Wie te snel klokt, eindigt met de foute job. Wie te traag klokt, zit met een lelijk gat in zijn cv. “Mijn advies is om drie maanden voor de first best te gaan”, zegt Baert. “Heb je dan nog geen job beet, dan moet je je zoektocht verbreden of downgraden. Werkgevers vallen immers vaak over een langere periode van werkloosheid. Dan zien ze je als minder gemotiveerd, getalenteerd en opleidbaar.”

Van die eerste jobkeuze – sorry voor de extra stress, beste jobjagers – hangt wel veel af. Wie onder zijn niveau start, sleept dit tien jaar mee.

Professor Struyven: “”Er is uitgebreid onderzoek over Duitsland, Frankrijk en de VS dat aantoont dat het cruciaal is dat je eerste

job aansluit bij je studie. Als je solliciteert, mag je niet denken dat je in een mooie winkelstraat kunt flaneren en hier en daar wat kunt shoppen. Je staat dan plots in een arena met veel gegadigden en je zult je moeten kunnen onderscheiden. Dat is des te meer nodig in de nasleep van de coronacrisis. Een beroepsgerichte opleiding doet het, bekeken over de hele loopbaan, ook beter op de arbeidsmarkt dan een algemene opleiding.

“Toch vind ik niet dat jongeren moeten teruggrijpen naar veilige sectoren zoals het onderwijs, de zorg of de ambtenarij. Ze mogen niet uit angst een keuze maken.”

Zijn er ‘comeback’-jobs?

Jawel, en veel zelfs. In het technisch en beroepsonderwijs zullen schoonheidsspecialisten, sommeliers en obers zonder veel problemen beet hebben op de jobmarkt. Corona maakte het hen even lastig, maar dit zijn zulke ‘evergreens’ dat gemotiveerde jongeren nog steeds veel kans maken. Ook politieagenten, bewakings- of veiligheidsagenten zitten gebeiteld.

Pelin Yilmaz (22) is net klaar met haar 7de jaar Integrale Veiligheid in het technisch onderwijs. In september start ze bij Trigion als parkeerwachter. “Ik had niet gedacht dat ik zo vlug werk zou vinden”, lacht ze. “Voor het sollicitatiegesprek had ik veel opgezocht over het bedrijf, en dat viel in de smaak. Ik ben helemaal niet bang dat mensen moeilijk zullen doen wanneer ik hun een boete geef. Ik werk al drie jaar als verkoopster in mijn vrije uren en heb daar goed leren omgaan met mensen.

“Als iemand niet tevreden is, is dat zijn of haar probleem. Niet het mijne. Ik wil nu enkele jaren ervaring opdoen, en dan rond mijn 24ste de toelatingsproef proberen voor politieagent. Dat heb ik altijd een wijs beroep gevonden, ook het uniform staat mij aan. Ik krijg altijd kippenvel wanneer ik een agent zie. ‘Dat wil ik ook!’, denk ik dan. En ik kom steeds dichter bij mijn droom.

“In Gent, waar ik woon, zou ik echt graag willen werken: ik weet ook hoe jongeren denken en wat ze willen uitsteken. Daarnet liep ik nog langs een groepje jongens aan de Brugse Poort. Ik zag het niet, maar voelde dat ze aan het dealen waren. Het afgelopen jaar was wel zwaar omdat ik geswitcht ben van ‘handel en verkoop’ naar dit specialisatiejaar. Dat het me gelukt is, maakt me supertrots. Niks is moeilijk, als je maar je best doet.”

Jobs zonder vervaldatum

In de wandelgangen van de universiteiten werden de archeologen, geografen, moraalwetenschappers en kinesisten jarenlang meewarig aangekeken. Ze zouden in de goot eindigen, zonder job en zonder centen, omdat er veel te veel studenten waren voor veel te weinig jobs. Onze noorderburen hebben het graag over ‘de crepeerindex’.

Maar zie, vandaag de dag dingen werkgevers om hun hand. Moraalwetenschappers moeten door alle digitale vooruitgang ethische vraagstukken over privacy, gezichtsherkenning of medische ingrepen helpen oplossen. Kinesisten vinden snel werk door de steeds grijzere bevolking met steeds stramme botten. Archeologen moeten elke grote bouwplaats afspeuren naar historische vondsten.

Charlotte Horemans (17) gaat over een jaar archeologie studeren aan het Trinity College in Dublin. Ze weet dat de kans groot is dat ze in een bouwbedrijf zal belanden, maar zoekt het liever elders. “Met mijn ouders woonde ik een tijdje in Jeruzalem, waar er tal van archeologische sites zijn. In Gaza zijn er veel van die sites verwoest: ik zou graag helpen om deze plekken te beschermen.

“Ik wil echt graag onderzoek doen naar oude culturen en oude denksystemen. Hoe dachten ze bijvoorbeeld in Afrika voor de kolonisatie? Veel Afrikaanse culturen kenden het matriarchaat, daar wil ik alles over weten. Het stoort me niet dat ik eerst vrijwilligerswerk zal moeten doen. Laat me maar met mijn blote handen de grond afgraven, zo zal ik echt leren begrijpen hoe het in elkaar zit. Ik weet waar ik wil beginnen, maar nog totaal niet waar ik zal eindigen.”

Koppel studies aan elkaar

Wie onverwachte combinaties maakt, is nog gewilder. Denk aan een sinoloog die er nog master economie bijlapt. Of een linguïst die de kneepjes van de ICT kent. “Ten tijde van Lernout & Hauspie was iedereen ervan overtuigd dat taal en spraak volledig zouden automatiseren”, zegt professor Baert. “Taalkundigen zouden overbodig worden, die studie kon bij wijze van spreken de vuilnisbak in. Maar dat was veel te voorbarig.”

In de Angelsaksische landen zijn ‘koppelstudies’ schering en inslag:

na een bachelor biologie stoomt een student er niet door naar een master biologie, maar kan hij ook een andere kant opgaan. “Die combinaties sluiten beter aan bij de huidige beroepsnoden”, zegt professor Valcke. “Steeds meer mensen zullen een grote portie verbeelding aan sociale én technische vaardigheden moeten knopen.”

De opleidingen zelf zullen ook veel sneller moeten evolueren. Binnen de vijf jaar na het afstuderen is een groot deel van de kennis die ingenieursstudenten in hun hoofd stampten, al niet meer relevant. Idem voor specialisaties in de geneeskunde. En dat zal voor steeds meer richtingen gelden.

Studenten met het plan om nooit nog een handboek of onlineles te bekijken, komen daar dus best van terug. Of we het nu willen of niet, we zullen ons hele leven ‘naar school’ moeten. Naar schatting zijn er 10 tot 15 procent mensen die er moeite mee hebben om ook tijdens hun loopbaan te blijven leren. Voor hen wordt het te veel: en die job, en dat gezin, en dat huishouden, en die extra opleiding. Die ‘risicogroep’ zal moeten opletten of ze belanden aan de rand van de arbeidsmarkt. “Wij hebben nu echt te veel diploma’s zonder vervaldatum”, besluit Valcke. “Dat zal onherroepelijk moeten veranderen.”

Tips voor tobbers

Het meest gehoorde advies? Laat je niet leiden door al die goedbedoelde adviezen en kies de richting waarin je het meeste zin hebt. Valcke: “Een goede psycholoog, een goede taalspecialist en een goede pedagoog zullen altijd nodig blijven, als ze maar flexibel genoeg zijn.” Ent je keuzes dus vooral niet enkel op de jobkansen. Baert: “Je bent beter een goede kunstwetenschapper dan een slechte ingenieur.”

Durf ook te wikken en te wegen. “Als ik op jobbeurzen sta, zie ik veel vertwijfeling bij de kinderen en veel ongeduld bij hun ouders omdat die kinderen het nog altijd niet weten, zegt Baert. “Maar al dat gedraal vind ik juist heel begrijpelijk. Ik vond het zelf ook een aartsmoeilijke keuze.”

Er zijn natuurlijk ook de traditionele jobbeurzen en opendeurdagen van de hogescholen en universiteiten, al staan die al twee jaar on hold door corona. Studenten kunnen wel dag en nacht terecht bij de online-onderwijskiezers van het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding), bij de Simontest (voor de UGent) en – zijn grote broer – Columbus (voor alle studenten in spe).

De Simontest ontstond in 2011 toen ze op de faculteit psychologie in Gent opmerkten dat een op de zeven studenten een simpel vraagstuk niet kon oplossen. “Wij hebben toen een test in elkaar gestoken die het omgekeerde is van het toelatingsexamen voor de studenten genees- en tandheelkunde”, zegt Wouter Duyck. Hij is professor cognitieve psychologie en vicevoorzitter van de NVAO (de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). “Wij zochten niet naar de bollebozen, maar wilden een test maken waarmee we aantoonden wie er niet over de lat zou raken. Onze test bleek heel goed de slaagkansen op de universiteit te voorspellen.”

Enkele jaren later merkte toenmalig onderwijsminister Crevits ‘Simon’ op en vroeg ze om deze test te integreren met initiatieven zoals Luci (KUL) of Lemo (UA), en zo uit te breiden naar alle richtingen op alle hogescholen en universiteiten, wat leidde tot ‘Columbus’.

In april van dit jaar legden al 20.000 studenten deze oriëntatietest af. Tot eind juli kunnen studenten met twijfels er terecht om een juiste studiekeuze te maken.

Tests bij het vroegere PMS (psycho-medisch-sociaal centrum) waren behoorlijk deterministisch. Je kreeg er te horen dat je boswachter, ingenieur of verpleegster moest worden. Columbus is veel meer – ahum – een ontdekkingsreis: de toekomstige student krijgt een hele lijst met studierichtingen voorgeschoteld. “Eigenlijk zou deze onlinetest verplicht moeten zijn”, zegt Duyck. “Veel te weinig studenten behalen een bachelordiploma in de richting van hun eerste keuze. Jaarlijks kost ons dat een kleine 100 miljoen euro, want voor een jaar hoger onderwijs betaalt de belastingbetaler 12.000 euro. Er is een vrije studiekeuze in ons land, en daar ben ik principieel helemaal voor, maar er is veel te weinig ondersteuning bij die keuze.”

Nog twee simpele tips tot slot, zonder onlinevragenlijsten of psychologisch gewroet. Ten eerste: bekijk de cursussen van de richting die je overweegt. “Ik heb zelf eerst een master burgerlijk ingenieur gehaald alvorens naar mijn echte liefde te switchen: economische wetenschappen”, zegt Baert. “Had ik op voorhand een cursus opengeslagen, dan had ik meteen gezien dat er veel te weinig menselijke interactie bij die ingenieursstudies kwam kijken.” Hou het ook niet bij de handboeken van het eerste jaar. Doorploeg het hele curriculum, zodat je weet of er buisvakken zijn die jou in de latere jaren een tweede, derde of vierde zit kunnen opleveren.

Ten tweede: Zorg dat je geen bleke kopie bent van je medestudenten bij je eerste sollicitatie.

Ingenieurs, linguïsten of politiemannen in spe die bij de scouts zaten of in een vaccinatiecentrum meehielpen, zullen meer indruk maken dan hun kameraden die enkel tussen hun bureau en hun sixpack Jupiler laveerden. Studeren blijkt dus een absolute must, maar zoek ook nog een leven buiten het studentenleven.

TEKST TINE PEETERS & BEELD WOUTER MAECKELBERGHE ■

Verschenen in De Morge, 10 juli 2021, PDF

Comments are closed.

Post Navigation