Waarom de winkelstraten ondanks alles toch volliepen dit weekend: “Bij volgende lockdown maken we wellicht weer dezelfde fout”

“Doe het niet. Het is gevaarlijk”, had minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) nog duidelijk gezegd. Tevergeefs, want zowel zaterdag als op koopzondag liepen de winkelstraten bomvol. Wat bezielt mensen om daar massaal rond te lopen, vlak voor een nieuwe lockdown? Psychologen hebben er een verklaring voor. “Het was voorspelbaar. We gaan het nooit afleren, daarom moeten we er juist op inspelen.” En daar zijn enkele heel concrete manieren voor.

De laatste keer massaal op café in maart, lange wachtrijen aan de containerparken toen die weer opengingen in april en nu een stormloop op de winkels. Elke keer kwam er kritiek, elke keer gebeurt het weer. Gaan we het dan nooit afleren? Niet volgens cognitief psycholoog Wouter Duyck (UGent). “Dit was voorspelbaar, en bij een eventuele volgende lockdown maken we wellicht weer dezelfde fout. Het is nu eenmaal hoe ons brein werkt.”

Bij negatieve gebeurtenissen onderschatten we doorgaans de kans dat we er zelf slachtoffer van kunnen worden, zo bleek uit eerder onderzoek van Duyck. “Vraag de bevolking hoeveel kans ze hebben om te sterven aan kanker, en dan antwoorden ze veel minder dan in werkelijkheid het geval is. Omdat kansen zeer abstract zijn. Ons brein is niet gemaakt voor de inschatting ervan, zeker in de verre toekomst. Dat is ook waarom sommigen moeilijk van het klimaatprobleem overtuigd kunnen worden.”

Dat verklaart Duyck met het fenomeen WYSIATI : what you see is all there is. “Onze hersenen zijn gemaakt om op onmiddellijk zichtbare gevaren te reageren, bijvoorbeeld op een dreiging naast ons. Ze houden enkel rekening met zichtbare info.” En dat zijn objectieve cijfers van honderd coronadoden per dag niet. “Mensen weten niet of dat nu veel is. Pas als ze horen dat er anders gemiddeld 300 doden per dag vallen, zijn ze zich bewust van oversterfte door het virus.”

Wat dan weer wel zichtbaar is, is het persoonlijke voordeel. Neem nu het excuus van iemand die per se nog gordijnen wou kopen. Shopt die vrouw niet, dan ziet ze dat mensen kunnen binnenkijken door

het raam. Met gordijnen niet meer. “Het voordeel voor haarzelf is veel tastbaarder dan het nadeel voor ziekenhuizen die over drie weken weer voller liggen, dus heeft het voordeel een grotere impact op de beslissing om te gaan shoppen.”

De Meir in Antwerpen lokte ook op koopzondag veel mensen

Foto: BELGA

LEES OOK. Van kledingzaak tot tattooshop, overal was het bomvol: “Ze hadden beter alles al gesloten. Ik heb het nog nooit zo druk geweten” (+)

“Sorry, ziekenhuis is vol”

Optimistisch word je daar niet van. Sociaal psycholoog Frank Van Overwalle (VUB) ziet daarom maar één oplossing om te beletten dat we nog gaan funshoppen, en dat is strenger optreden. “En boetes opleggen aan wie de regels overtreedt. Pas dan worden de negatieve gevolgen groter en gaan mensen zich afvragen of funshoppen dat wel waard is.”

Ook in de Brusselse Nieuwstraat stonden wachtrijen

Foto: BELGA

Duyck ziet nog een andere manier, namelijk meer de overbelasting in ziekenhuizen benadrukken. Niet door Marc Van Ranst over de cijfers te laten reflecteren op tv, wel door een cameraploeg op intensieve zorgen. “Ik pleit niet voor schrikwekkende beelden van patiënten die een doodstrijd voeren, want dat blokken mensen af en werkt juist niet. Volg wel een verpleegkundige die op intensieve zorg met een bed toekomt en hoort: Sorry, maar al onze boxen zitten al vol. Een andere manier is een experiment dat ik zou willen houden. Neem nu dat één procent van de bevolking besmet is geraakt, laat dan verhoudingsgewijs evenveel mensen in een viruspak rondlopen in de winkelstraten. Dan kunnen mensen inschatten hoeveel kans er is dat ze tegen een besmet iemand aanlopen. Dat is veel aanschouwelijker.”

Wijzende vingers

Als laatste rest nog één psychologisch fenomeen: het vingerwijzen van de “brave burger”. Dat die zich geroepen voelt om de funshoppers zo te veroordelen, is eigenlijk een goed teken, zegt Van Overwalle: “Als pakweg tachtig procent zich aan de regels houdt en twintig procent het verknoeit, dan blijft het virus. Dan zegt de meerderheid: Zeg, moeten wij daar al die moeite voor doen? Het onbezonnen gedrag van een aantal mensen maakt dat het virus opleeft, en daarover is de meerderheid boos en gefrustreerd. Dat is een heel natuurlijke reactie, en een goed teken. Want het toont dat ze nog verder regels willen volgen. Zeggen ze: als een ander zich er niet aan houdt, ik ook niet, dan zijn we veel verder van huis.”

Verschenen in Het Nieuwsblad, 2 november 2020, PDF

Comments are closed.

Post Navigation