Kinderen en jongeren zullen vier keer in hun schoolloopbaan een centrale toets afleggen. Niet zijzelf, maar wel hun scholen worden op basis daarvan beoordeeld.
Aan het einde van het vierde en zesde leerjaar, en aan het einde van het tweede en zesde jaar secundair onderwijs: op die momenten zullen leerlingen in het middelbaar vanaf 2023 en in de lagere school vanaf 2024 een centrale toets voorgeschoteld krijgen. Die gaat na in hoeverre leerlingen eindtermen beheersen en hoezeer scholen erin slagen leerwinst te boeken. Ook moet met de centrale toets duidelijk worden waar er zich problemen situeren.
‘Met deze toetsen kunnen scholen zich vergelijken met andere in de stad, provincie en over heel Vlaanderen, zodat ze weten wat hun werkpunten zijn’, zegt de woordvoerder van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). ‘Tot nu toe was daar geen objectief meetinstrument voor, terwijl in andere Oeso-landen zo’n toets de normaalste zaak van de wereld is.’
Een onafhankelijke instantie moet die toets nu opstellen. Hoe die er zal uitzien? Volgens onderwijsexpert en cognitief psycholoog Wouter Duyck (UGent) zal de proef vooral polsen naar generieke domeinen als Nederlands of wiskunde, op maat van de verschillende onderwijsvormen als aso en tso.
Duyck pleit al drie jaar voor zo’n gestandaardiseerde toets. ‘De leerprestaties van onze leerlingen blijven achteruitgaan, dus is het tijd om te kijken naar welke scholen het wel en niet goed doen. Daarom ben ik voorstander van de toets, die gaat over leerwinst: wat kunnen leerlingen als ze de school binnenkomen en wat als ze er weer buitengaan? Zo kunnen scholen met kwetsbare leerlingen het goed of zelfs beter doen dan witte colleges die vooral slimme leerlingen aantrekken, maar voor wie de school zelf weinig moeite heeft moeten doen.’
Volgens Duyck is dit de belangrijkste verandering in ons onderwijs in decennia. ‘Het ging al vaak over eindtermen en over slechte leerprestaties, maar we krijgen het tij niet gekeerd. Dit is historisch, omdat het scholen een spiegel voorhoudt: doen we het goed of niet?’
Kwaliteitsbewaking
Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dat zich in het verleden eerder kritisch uitliet over die toetsen, uit vrees dat scholen hun leerlingen louter op die testen zouden voorbereiden, kan zich er nu wel in vinden.
‘Het doel moet zijn om scholen met deze centrale toetsen te helpen bij hun kwaliteitsbeleid, niet om er gevolgen aan te koppelen voor individuele leerlingen. Als die testen data opleveren waar scholen mee aan de slag kunnen om hun kwaliteitsbeleid aan te scherpen, dan kan dit werken.’
De Vlaamse regering trekt 13,5 miljoen euro uit voor de ontwikkeling van de centrale toetsen. Een universitair steunpunt, waarvoor minister Weyts een oproep lanceert, zal als onafhankelijke instelling gestandaardiseerde, genormeerde, gevalideerde
en net- en koepeloverschrijdende proeven uitwerken. De onderwijsverstrekkers zullen via een klankbordgroep betrokken worden bij de ontwikkeling van de toetsen, zodat het eindresultaat gedragen is door het veld. (sir, mec)
Verschenen in De Standaard, 20 juli 2020, PDF