De olifant in de kamer zijn volgens pedagoog Pedro
De Bruyckere de nieuwe eindtermen die de vorige Vlaamse regering nog invoerde in het eerste en tweede jaar van het middelbaar onderwijs. Ze worden dit schooljaar voor het eerst gebruikt en worden geëvalueerd zodra de eerste lichting scholieren de twee jaren doorlopen heeft.
De olifant zit hem in een nieuwigheid: voor het eerst worden niet alleen de scholen geëvalueerd op basis van eindtermen, maar moeten aparte eindtermen voor basisgeletterdheid – een absolute minimumnorm – door alle leerlingen worden bereikt op het einde van het tweede jaar.
‘Daarover is vrij weinig debat geweest’, zegt ook psycholoog Wouter Duyck. ‘Maar het is een historische trendbreuk. Als je dit uitvoert zoals het in de decreten staat, betekent het eigenlijk dat de onderwijsinspectie zich moet bezighouden met het afnemen van tests van individuele leerlingen. Het duwt de inspectie in een heel andere rol, maar maakt die eindtermen wel relevanter.’
Hoe zal dat lopen? ‘Dat is nog compleet onduidelijk’, zegt De Bruyckere. ‘Wie oordeelt? Maar vooral: hoe strikt wordt dat eindoordeel? Hoeveel ruimte krijgt de klassenraad nog om te beslissen wie mag overgaan?’ Het wordt ook technisch een moeilijke klus, waardoor niemand verwacht dat de scholieren van het tweede middelbaar op het einde van het schooljaar 2020/2021 al de test zullen moeten afleggen. Minister Ben Weyts erkent dat die timing inderdaad lastig is.
Lieven Boeve, de directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, vreest opnieuw dat die overheidsnorm voor basisgeletterdheid op den duur als de enige norm wordt bekeken, zeker voor de leerlingen in de B-stroom, die worden voorbereid op beroepsonderwijs. ‘Het gevaar bestaat dat we ons te makkelijk tevredenstellen als we die minimumlat bereiken.’ Hij pleit ervoor hoger te mikken: ‘Daarom stellen wij leerplannen in die zin op.’
Heeft de vorige Vlaamse regering goed werk geleverd met de nieuwe eindtermen? Boeve vindt dat er één iets is fout gelopen. De overheid bepaalt volgens hem te strak het lesrooster van de katholieke scholen, via te veel en te gedetailleerde eindtermen. ‘Ambitie is in vorige hervormingen met kwantiteit in plaats van kwaliteit verward. Het ware veel beter geweest te focussen op enkele duidelijke en ambitieuze eindtermen, zodat er genoeg onderwijstijd is om die voluit te halen. Er zijn maar 32 uren in een lesweek.’
GO!-topvrouw Raymonda Verdyck deelt die kritiek niet. Zij vindt dat de eindtermen wel genoeg ruimte laten voor eigen accenten.
Verschenen in De Tijd, 15 februari 2020