Ook bij experts leidt het voorstel voor taaltests bij kleuters tot uiteenlopende reacties. Een taalscreening kan werken, maar extra middelen voor ondersteuning in de kleuterklas zijn prioritair.
Wouter Duyck, professor cognitieve psychologie aan de UGent, is voorstander van de taaltesten. Ook in een extra, verplicht taalbadjaar ziet de onderzoeker voordelen. ‘Dat is geen jaar missen, want ze maken die achterstand anders niet meer goed’, zegt hij aan het persagentschap Belga. Orhan Agirdag (KU Leuven) daarentegen noemt dergelijke taalbadklassen ‘een typisch voorbeeld van opgelegde segregatie’.
Op zich is Agirdag niet tegen taalscreenings. ‘Als dat op een correcte en wetenschappelijk onderbouwde manier gebeurt, kan zo’n test dienen als vroeg detectiesysteem.’ Maar bij het opmaken van een test is voorzichtigheid geboden. ‘Onderzoek suggereert dat het leerproces van eentaligen en meertaligen verschillend verloopt. Meertalige kinderen kunnen initieel een taalachterstand hebben, maar maken nadien vaak een inhaalbeweging. Als je die test uitvoert voor ze hun achterstand hebben kunnen inhalen, ontneem je kansen’, zegt Agirdag.
De taalkundige Helena Taelman (Odissee) vreest dan weer dat de test te laat komt. Zij onderzoekt taalonderwijs voor kleuters. ‘De kleuterjaren zijn net het cruciale moment bij het aanleren van een taal. Het is belangrijk dat leerkrachten de middelen en begeleiding krijgen om zelf aan te voelen wat het niveau van hun leerlingen is en dat tijdens de kleuterschool te kunnen verbeteren.’
De experts zijn erover eens dat taalintegratietrajecten staan of vallen met voldoende ondersteuning. ‘Je hebt een heel goede pedagogische ondersteuning nodig om het gebrek aan interactie met moedertaalsprekers te compenseren’, zegt Esli Struys, professor meertaligheid aan de VUB. ‘Door de besparingen in het onderwijs zie ik dat niet goedkomen.’
Verschenen in De Tijd, https://www.tijd.be/nieuws/archief/taaltest-enkel-zinvol-mits-genoeg-ondersteuning-in-klas/10178605, 5 november 2019